Wat betekent ruimte beslaan?
beslaan – Werkwoord 1. (ov) een bepaald gebied betreffen ♢ Zijn rayon beslaat geheel Zuid-Holland, Zeeland en een stuk van Brabant.
Wat betekent een beslag?
beslagen = beslagen bijv. naamw. Uitspraak: [bə`slaxə(n)] 1) met een vochtige waas bedekt Voorbeeld: `beslagen spiegels` 2) goed beslagen ten ijs komen (goed voorbereid zijn, weten waar het om gaat) &co…
Wat is beslagen hout?
Beslagen hout – hout, dat door beslaan* tot den bestaanden vorm bewerkt is. Het komt voor als balken en palen, is gewoonlijk niet zuiver recht, noch over de volle lengte van gelijke dikte, maar volgt bij palen althans, eenigszins het verloop van den boom.
Wat is omvatten?
omvatten – regelmatig werkwoord uitspraak: om-vat-ten 1. het in zich hebben ♢ het plan omvat ook een grote verbouwing 2. er je handen omheen houden ♢ hij omvatte haar gezicht met beide handen…
Wat betekent het beleid?
Beleid is de systematische wijze van behandeling van een zaak. Een andere betekenis van beleid is overleg en bedachtzaamheid. Een beleid uitstippelen is ervoor zorgen dat er bepaalde voorwaarden en regels zijn waaraan het beleid moet voldoen.
Wat is het verschil tussen beslag en deeg?
De basisingrediënten van deeg zijn bloem en water (of andere vloeistoffen zoals melk, vruchtensap). Dit wordt aangevuld met rijsmiddelen (gist, bakpoeder, ei..) en smaakstoffen zoals suiker en zout. Deeg is meestal kneedbaar, maar altijd dik van consistentie, vloeibare degen heten beslag.
Wat is bevatten?
bevatten – Werkwoord 1. (ov) omvatten, in zich sluiten ♢ Deze pil bevat onder andere vitamine C. 2. (ov) begrijpen ♢ Hij kon het verschil daartussen maar niet bevatten.
Wat is een ander woord voor omvatten?
omvatten (ww): insluiten, omarmen, omgeven, omhelzen, omklemmen, omknellen, omsingelen, omsluiten, omspannen, omstrengelen, omvademen. omvatten (ww): beduiden, behelzen, besluiten, betekenen, bevatten, impliceren, inhouden.
Wat is een ander woord voor beleid?
beleid (zn): aanpak, beleidslijn, bestuur, handelwijze, politiek, strategie. beleid (zn): bedachtzaamheid, omzichtigheid, overleg, tact.