Inhoudsopgave
Is afgelopen jaar dit jaar of vorig jaar?
Nee, afgelopen kun je alleen gebruiken tegen het einde van de desbetreffende periode, terwijl verleden en vorig beide betrekking hebben op de daaraan voorafgaande periode. Als je bijvoorbeeld op vrijdag spreekt over de afgelopen week, bedoel je maandag tot vrijdag van de (bijna) verstreken week.
Wat betekent vorig?
vorig – bijvoeglijk naamwoord uitspraak: vo-rig 1. wat eraan voorafgaat ♢ op de vorige bladzijde stond ook nog een fout 2. wat eerder gebeurd is ♢ tijdens een van zijn vorige vakanties werd hij…
Wat is het afgelopen jaar?
voorbijgegaan; vorig; verleden. Voorbeelden: Afgelopen boekjaar steeg het aantal medewerkers met 7 procent naar 3680 personen.
Is Afgelopen een zelfstandig naamwoord?
Correct is het afgelopen anderhalf jaar. In combinaties met anderhalf en half staat het zelfstandig naamwoord in het enkelvoud. Dat geldt ook voor tijdsaanduidingen met het woord afgelopen. Bij het zelfstandig naamwoord staat het lidwoord de of het, overeenkomstig het geslacht van het woord.
Hoe schrijf je vorige?
bijv. naamw. degene die of datgene dat eerder een positie innam. wat eraan voorafgaat vb: op de vorige bladzijde stond ook nog een fout Synoniem: verleden Tegenstelling: volgend wat eerder gebeurd is vb: tijdens een van zijn vorige vak…
Wat betekent afgelopen?
Afgelopen en voorbij kunnen aan het einde van een periode gebruikt worden om naar de lopende periode te verwijzen. Wie bijvoorbeeld op vrijdag spreekt over afgelopen week of de voorbije week, bedoelt daarmee maandag tot vrijdag van de bijna verstreken week.
Wat is tegenovergestelde van vorige?
Uitspraak: [‘vorəx] 1) wie of wat vlak vóór iets of iemand kwam Voorbeelden: `vorig jaar`, `de vorige president`Antoniemen: volgend, komend Synoniemen: verleden, voorbij, voormalig, 2) van vroeger (2…
Wat is het tegenovergestelde van verleden tijd?
in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis): verleden ≠ heden, toekomst, verschiet, volgend.
Wat is een ander woord voor vroeger?
vroeger (zn): eerst, eertijds, indertijd, tempo doeloe, toen, weleer. vroeger (zn): eer, eerder, tevoren, voordezen, voordien.
Wat is een allrounder?
in alle opzichten bekwaam, bedreven en kundig; bekend met of bedreven in de meest uiteenlopende aspecten van een vak, beroep, sport of bezigheid; vakbekwaam.
Wat is een ijking?
(ijkte, heeft geijkt), 1. meet- en weegwerktuigen toetsen aan de gestelde eisen, ze indien nodig en mogelijk daaraan doen beantwoorden, en ten bewijze daarvan er een merkteken (ijk) op zetten; 2. als gangbaar erkennen, waarmerken; zie verder Geijkt.