Welke werkwoorden zijn toevallig wederkerende werkwoorden?

Welke werkwoorden zijn toevallig wederkerende werkwoorden?

Toevallig wederkerende werkwoorden

  • (zich) amuseren.
  • (zich) bezeren.
  • (zich) aankleden.
  • (zich) scheren.
  • (zich) verwonden.
  • (zich) vermaken.
  • (zich) wassen.

Wat zijn wederkerende werkwoorden voorbeelden?

Voorbeelden van wederkerende werkwoorden zijn: zich wassen, zich inbeelden, zich ergeren, zich vervelen. Sommige wederkerende werkwoorden kunnen ook niet wederkerend voorkomen. Bijvoorbeeld wassen: hij wast zich (wel wederkerend) en hij wast de auto (niet wederkerend).

Wat is een toevallig wederkerend voornaamwoord?

Bij wassen bijvoorbeeld is het wederkerend voornaamwoord niet verplicht: ‘Ik was me’ en ‘Ik was mijn kleren’ zijn beide mogelijk. Bij toevallig wederkerende werkwoorden kan het voornaamwoord ook in de zelf-vorm gebruikt worden: ‘Ik was mezelf’.

Wat is een wederkerend?

wederkerend – bijvoeglijk naamwoord uitspraak: we-der-ke-rend 1. waarin de werking van iets wordt herhaald ♢ ‘zich’ is een wederkerend woord: hij wast ZICH 1.

Wat is een verplicht wederkerend voornaamwoord?

Een verplicht wederkerend werkwoord is een werkwoord dat altijd voorkomt met een wederkerend voornaamwoord: je doet het altijd bij jezelf en nooit bij een ander. Voorbeelden: zich vergissen (ik kan niet een ander vergissen) zich schamen (ik kan niet een ander schamen)

Wat is een wederkerend werkwoord Frans?

Wederkerende werkwoorden worden gevormd met het wederkerend voornaamwoord se. Se lever, se laver, se tromper, etc. opstaan, zich wassen, zich vergissen etc. Het voornaamwoord se verandert mee met het onderwerp en komt voor het werkwoord.

Wat zijn voorbeelden van wederkerende voornaamwoorden?

Wederkerende voornaamwoorden zijn bijvoorbeeld me, ons en zich in zinnen als ik heb me gesneden, we vergissen ons, hij wast zich. Wederkerige voornaamwoorden zijn de woorden elkaar, elkander en mekaar.

Wat is verplicht wederkerende werkwoorden?

Wat is een wederkerend voornaamwoord voorbeeld?

Hoe herken je een wederkerend voornaamwoord?

Tip: Om het wederkerende voornaamwoord in een zin te vinden, bestaat een handig trucje. Als je de zin in de derde persoon enkelvoud zet (de hij-vorm) dan verandert het wederkerend voornaamwoord in ‘zich’ en dat is vaak wel makkelijk te herkennen. Dus: Ik verveel me. -> Hij verveelt zich.

Wat zijn alle wederkerende voornaamwoorden?

Wat zijn de meestgebruikte wederkerende werkwoorden?

De meestgebruikte wederkerende voornaamwoorden zijn: je, me, ons en zich. Enkele voorbeelden van wederkerende werkwoorden zijn: vergissen, ergeren, realiseren, aanmelden, abonneren, schamen, wassen, aanstellen, aantrekken, verwondden, scheren, prikken, stoten en amuseren.

Wat is een wederkerend voornaamwoord?

Er bestaan in het Nederlands veel zogenaamde ‘wederkerende’ werkwoorden. Deze werkwoorden kunnen herkend worden aan het ‘wederkerend voornaamwoord’ dat erbij hoort. Voorbeelden hiervan zijn ‘je vergist je’, ‘wij moeten ons wassen’ of ‘hij haast zich’.

Wat is het voornaamwoord van een verplicht wederkerend werkwoord?

In een zin met een verplicht wederkerend werkwoord hoort het voornaamwoord bij het werkwoordelijke gezegde. In ‘De kinderen gedroegen zich voorbeeldig’ is gedroegen zich het werkwoordelijk gezegde. Als het werkwoord toevallig wederkerend is, is het voornaamwoord het lijdend voorwerp.