Welke watersnoodrampen zijn er in Nederland geweest?
Grote historische watersnoodrampen
- Watersnood van 1014. De overstroming van 1014 wordt gezien als de eerste waterdoorbraak van de Nederlandse kustlijn.
- Sint-Marcellusvloed van 1362.
- Sint-Elisabethsvloed van 1404, 1421 en 1424.
- Allerheiligenvloed van 1570.
Waar zijn de dijken doorgebroken in 1953?
De Watersnoodramp van 1953 is de grootste natuurramp in de Nederlandse naoorlogse geschiedenis. Wanneer na een zware noordwesterstorm de dijken bij Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant doorbreken komen meer dan 1800 mensen om het leven. Zaterdagmiddag, 31 januari 1953 steekt er een stevige wind op.
Hoe ver kwam het water in 1953?
In 1953 kwam het water op 1 februari om 03.24 uur op 4,55 meter boven NAP. Toen bezweken op zeker negentig plaatsen de dijken. De hoogste stand van vannacht leverde geen gevaar op, meldt het waterschap Scheldestromen. Er was gerekend op een waterstand van 3,72 meter.
Welke gebieden overstroomd?
Via het Geoloket Watertoets vindt u een kaart met alle soorten gebieden:
- de overstromingsgevoelige gebieden (‘effectief’, ‘mogelijk’ en ‘niet-overstromingsgevoelig’) en de afgebakende overstromingsgebieden en oeverzones.
- de risicozones voor overstromingen.
Welke gebieden zijn overstroomd?
Op www.risicokaart.nl vind je kaarten die laten zien welke gebieden door overstromingen statistisch eens in de 10, 100, 1.000 en 10.000 jaar, kunnen worden getroffen. Deze zogenoemde overstromingskaarten zijn onlangs vernieuwd. De kaarten laten zien welke gebieden kunnen overstromen en hoe hoog het water dan kan komen.
Hoe is watersnoodramp ontstaan?
De ramp was het gevolg van een combinatie van zware storm uit noordwestelijke richting, met een ongunstig daarmee samenvallend tijdstip van vloed en springtij. Het water in de trechtervormige zuidelijke Noordzee steeg daardoor tot extreme hoogte.