Welke medicijnen hebben als bijwerking trombose?

Welke medicijnen hebben als bijwerking trombose?

De prikpil en voorbehoedmiddelen met het vrouwelijk hormoon oestrogeen (zoals de pil, de vaginale hormoonring en de hormoonpleister) vergroten de kans op trombose. Artsen raden daarom aan een ander voorbehoedmiddel te kiezen als u een trombosebeen heeft gehad.

Welke medicijnen zijn bloedverdunnend?

Bloedverdunners zijn acenocoumarol, acetylsalicylzuur en clopidogrel. Wees voorzichtig met het drinken van alcohol en met het gebruik van ontstekingsremmende pijnstillers. Heeft u veel last van maagpijn, meld het dan bij uw arts. Acenocoumarol kan bloeduitstortingen veroorzaken.

Hoe weet je of je trombose gevoelig bent?

Een dik, rood en pijnlijk onderbeen kan een trombosebeen zijn. Bel met deze klachten uw huisarts. Trombose betekent dat er een stolsel ontstaat in een bloedvat. Dit stolsel kan een bloedvat in het been afsluiten.

Welke geneesmiddel kan verhoogde kans op trombose geven?

initiatief pijnstillers en ontstekingsremmers zoals aspirine, diclofenac, voltaren of ibuprofen (NSAID’s). Deze middelen geven een hoger bloedingsrisico.

Hoe voorkom je een bloedklonter?

Mogelijk loop je dan risico om een bloedklonter te ontwikkelen, wat levensbedreigend kan zijn. Bloedverdunners of antistollingsmiddelen zorgen ervoor dat er een evenwicht ontstaat tussen de stolling en de ontstolling van het bloed.

Is bloedverdunnende medicijnen toegediend?

Bloedverdunnende medicijnen of antistollingsmiddelen worden toegediend wanneer een te snelle bloedstolling voor problemen zorgt, zoals bijvoorbeeld bij de voorkoming of behandeling van trombose. Dit kan door middel van een injectie van een antistollingsmiddel of via de orale inname van een pil.

Wat zijn de bijwerkingen van een medicijn?

Ieder medicijn is anders en heeft daardoor zijn eigen specifieke bijwerkingen, maar sommige bijwerkingen komen regelmatig bij verschillende medicijnen voor. Veelvoorkomende bijwerkingen zijn: Allergie en overgevoeligheid. Duizeligheid. Hoofdpijn. Maag- en darmklachten, als diarree en buikpijn.