Inhoudsopgave
- 1 Welk molecuul is een dipool?
- 2 Waartussen kunnen waterstofbruggen vormen?
- 3 Wat zijn dipool Dipoolkrachten?
- 4 Hoe weet je of een molecuul een dipool is?
- 5 Waarom kan een C atoom geen waterstofbruggen vormen?
- 6 Hoeveel waterstofbruggen kan een molecuul vormen?
- 7 Hoe weet je of een stof polair of Apolair is Binas?
Welk molecuul is een dipool?
In moleculen die uit verschillende atoomsoorten bestaan is het bindende elektronenpaar iets verschoven. Het ene atoom is daardoor iets negatief (δ-) en het andere iets positief (δ+) geladen (δ = delta). We spreken van een polaire atoombinding. Dit soort moleculen worden dipolen of dipoolmoleculen genoemd.
Waartussen kunnen waterstofbruggen vormen?
Een waterstofbrug vormt zich tussen tussen moleculen met O-H en N-H bindingen. Er ontstaat zo’n brug doordat deze twee bindingen polair zijn. Polair betekent dat er op beide atomen een partiële lading zit. Bij de O en de N zit een partiële negatieve lading en bij de H zit een partiële positieve lading.
Hoe herken je een Vanderwaalsbinding?
In een molecuul is de lading niet altijd gelijk verdeeld, daardoor ontstaat er een positieve en een negatieve kant. Een atoom met een negatieve lading en een atoom met een positieve lading van een ander molecuul trekken elkaar aan. Er ontstaat dan een dipool-dipool binding, dat is een vorm van vanderwaalsbinding.
Wat zijn dipool Dipoolkrachten?
Dipool-dipoolinteracties of keesomkrachten (genoemd naar de Nederlandse natuurkundige Willem Keesom) zijn sterke intermoleculaire krachten (krachten tussen moleculen) die ontstaan uit de aantrekking tussen moleculen met een permanent dipoolmoment (zogenaamde polaire verbindingen).
Hoe weet je of een molecuul een dipool is?
Een molecuul heeft alleen een dipoolmoment wanneer het verschil tussen de elektronegativiteit van de atomen van het molecuul tussen de 0,4 en 1,6 ligt. Daarnaast moeten de atomen waar lading ligt gescheiden zijn en elkaar niet opheffen.
Wat zijn polaire en apolaire stoffen?
Moleculen die een verschil in lading hebben noemen we polaire moleculen. Moleculen die geen verschil in lading hebben noemen we apolaire moleculen. De lading in een polair molecuul geven we aan met de griekse letter delta 𝛿 en een + of – teken.
Waarom kan een C atoom geen waterstofbruggen vormen?
Dat komt omdat de O-H binding een polaire atoombinding is, de O is een beetje negatief geladen en de H een beetje positief. Een H-atoom dat aan een C vast zit doet nooit mee met een waterstofbrug. Stoffen die uit dit soort moleculen bestaan lossen goed in elkaar op.
Hoeveel waterstofbruggen kan een molecuul vormen?
Een van deze krachten is de waterstofbrug. De waterstofbrug is een zeer krachtige polaire “binding” tussen twee moleculen die waterstofbruggen kunnen slaan tussen elkaar.
Heeft water een Vanderwaalsbinding?
Hoe sterker de vanderwaalsbinding hoe hoger het kookpunt van een stof. In een watermolecuul komen twee O-H bindingen voor. Deze O-H binding is een polaire atoombinding. Het water-stofatoom is een beetje positief (d+ kant) en het zuurstof-atoom een klein beetje negatief (d- kant).
Hoe weet je of een stof polair of Apolair is Binas?
De polariteit van moleculen kun je bepalen door naar de ruimtelijke structuur te kijken. Als moleculen symmetrisch zijn worden de ladingen onderling opgeheven. Het molecuul is dan apolair. Als een molecuul niet symmetrisch is worden de ladingen niet opgeheven en krijg je een polair molecuul.