Inhoudsopgave
Wat zaaien met kinderen?
Denk bijvoorbeeld aan radijsjes, sla en wortel. Ook fruit is leuk voor in de moestuin. Ga voor aardbeien, frambozen of bessen. Help je kinderen in hun moestuin, maar doe niet alles voor ze.
Wat kun je van planten maken?
Planten maken Zuurstof uit Kooldioxide (CO2), breken Vluchtige Organische Stoffen, oftewel VOS, af en zorgen voor voldoende luchtvochtigheid. Onderzoek heeft aangetoond dat we gezonder worden van planten om ons heen, maar ook gelukkiger.
Waarom planten in de klas?
Planten zorgen voor een rustigere gemoedstoestand, een beter humeur en positieve energie. Ze creƫren een veilige huiselijke omgeving waarin minder agressie en pestgedrag voorkomt. Resultaat: minder stress, minder vermoeidheid en zelfs een lagere bloeddruk.
Hoe planten leren?
Planten leer je kennen door actie te nemen. Je kunt eropuit gaan, verschillende tuinen bekijken en je verwonderen over alles wat groeit. Zo vergroot je je plantenkennis leert je hoe je meer verdieping aan je acties kunt geven. Want als je weet waarom je in beweging komt, dan kun je doelgericht te werk gaan.
Wat kan ik zaaien in de klas?
Wil je met de klas bloemen zaaien, dan zijn de Afrikaantjes, Petunia, Salvia en Vlijtig Liesje erg geschikt. Deze zaden geven snel resultaat. Kijk wel goed op de beschrijving die achterop de verpakking van de zaden staat. Daar staat bijvoorbeeld op hoe je de plantjes moet verspenen.
Wat planten in de moestuin?
Denk hierbij aan erwten, aubergines, broccoli, prei, bloemkool, meloenen, komkommers, spinazie, sla, tuinbonen, tomaten, radijs, uien, paprika’s, pepers en spruitkool.
Welke stoffen maakt een plant aan?
Een plant kan zelf voedsel maken. Dat heet fotosynthese. Voor die fotosynthese heeft die plant drie dingen nodig: licht, water en kooldioxide. dat is een stof in de lucht.
Welke planten in de klas?
Een top vijf van zuiverende planten op een rij.
- De goudpalm. Deze plant ziet er lekker tropisch uit en is daarom een leuke klasplant.
- De krulvaren. De tweede luchtverfrissende plant is de krulvaren.
- De lepelplant. Schadelijke stoffen in de lucht zijn verleden tijd met de lepelplant.
- Klimop.
- De pannenkoekenplant.
Wat zijn kenmerken van een plant?
Meercellig en een celkern (chromosomen) 1.2. Celwanden met cellulose (stevigheid) 1.3. Fotosynthese (maken eigen voedsel) 1.4. Generatiewisseling en embryo (Embryophyta) 1.5.