Wat moet er in de voetnoot staan?

Wat moet er in de voetnoot staan?

Een voetnoot is een verwijzing waarbij je de tekst onderaan de pagina zet. Met behulp van een cijfer kun je eenvoudig naar de juiste plek in de hoofdtekst verwijzen. De voetnoot staat vaak in een kleiner lettertypegrootte dan de hoofdtekst.

Hoe een voetnoot noteren?

Gebruik een verkorte versie van een bronvermelding bij achtereenvolgende voetnoten uit dezelfde bron. Je hebt de achternaam van de auteur of redacteur nodig, een verkorte titel (in cursief) en de nummers die je hebt gegeven aan de citaten.

Hoe verwijs je naar een monografie?

Die volledige verwijzing bevat volgens de Leidraad voor juridische auteurs de initialen en achternaam van de auteur, de titel en subtitel van het boek (cursief, regulier hoofdlettergebruik), eventueel een serienaam en -nummer (tussen haakjes), de plaatsnaam, de naam van de uitgever, en het jaartal. Nummer voetnoot.

Hoe Vermeld je bronnen APA?

Een verwijzing in de tekst volgens APA-richtlijnen bestaat uit de achternaam van de auteur en het publicatiejaar. Als je naar een specifiek deel van een bron verwijst, moet je ook een plaatsaanduiding toevoegen, zoals een paginanummer of tijdstempel. Een voorbeeld is: (Habibi, 2021, p. 170).

Wat is de functie van de voetnoot?

Een voetnoot kan twee functies vervullen: ze kan een nadere verklaring van of een opmerking bij de tekst zijn, of een literatuurverwijzing (een ‘wetenschappelijke referentie’) geven, die dient als bronvermelding, met gegevens over de auteur of auteurs, titel, naam van publicatie, deel/jaargang, bladzijde, jaartal.

Hoe voeg je een voetnoot toe in de voettekst?

Ga naar het einde van de zin waar je een voetnoot aan toe wilt voegen. In Microsoft Word ga je naar het tabblad Verwijzingen, en klik je op “Voetnoot invoegen.” Een “1” verschijnt op de plek van de cursor, en er verschijnt een “1” in de voettekst van de pagina. Typ de gegevens van de voetnoot in de voettekst.

Wanneer plaats je de voetnoot achter het laatste leesteken?

Wanneer de voetnoot betrekking heeft op de hele alinea dan plaats je de voetnoot achter het laatste leesteken. Heeft de voetnoot betrekking op een zinsdeel of een specifiek woord dan plaats je de voetnoot hier direct achter.