Inhoudsopgave
Wat leer je in het onderwijs?
Op de basisschool leren kinderen Nederlands, rekenen, wereldoriëntatie, kunstzinnige oriëntatie, bewegingsonderwijs en Engels. De leerstof is verdeeld over acht leerjaren. Vanaf vier jaar mag een kind naar de basisschool, vanaf vijf jaar is het leerplichtig.
Wat zijn Onderwijsopvattingen?
Onderwijsopvattingen van leraren worden met andere woorden gezien als de individuele opvattingen die leraren hebben over de wenselijke manieren van lesgeven en hun opvattingen over hoe leerlingen leren (Beijaard, in Hermans, Tondeur, van Braak, & Valcke, 2008).
Wat moet een school leren?
Verplichte vakken
- Nederlands;
- Engels;
- rekenen en wiskunde;
- oriëntatie op jezelf en de wereld: zoals aardrijkskunde, geschiedenis, biologie, verkeersles en staatsinrichting;
- kunstzinnige oriëntatie: bijvoorbeeld muziek, tekenen en handvaardigheid;
- bewegingsonderwijs: bijvoorbeeld gymlessen.
Waarom is samenwerkend leren belangrijk?
Het stimuleert de betrokkenheid en een actieve deelname van de leerlingen. Er is veel variatie in werkvormen. De leerlingen leren veel van en met elkaar. Coöperatief leren bevordert ook de sociale vaardigheden en draagt daardoor bij aan een verbeterde sfeer in de groep.
Wat draagt bij aan leren?
Kennis delen, open staan voor nieuwe ideeën en docenten positieve feedback en erkenning geven, dragen ook bij aan informeel leren. Verder is een veilige schoolcultuur van belang, waarin docenten elkaar helpen en van elkaar kunnen leren.
Waar komt het woord onderwijs vandaan?
Onderwijzen is al in 1283 in het Nederlands aangetroffen in de betekenis ‘iemand iets aantonen, onder het oog brengen’, ook ‘bewijzen’. De betekenis ‘leren, onderrichten’ komt sinds 1434 voor. Onderrichten is voor het eerst in 1477 vermeld als synoniem van onderwijzen.
Waar komt het woord leren vandaan?
leren ‘kennis verwerven, onderrichten’ -> Deens lære ‘kennis verwerven, onderrichten’ (uit Nederlands of Nederduits); Noors lære ‘kennis verwerven, onderrichten’ (uit Nederlands of Nederduits); Zweeds lära ‘kennis verwerven, onderrichten’ (uit Nederlands of Nederduits); Negerhollands leer, le, lie ‘kennis verwerven.