Inhoudsopgave
Wat is kenmerkend voor klassieke conditionering?
Kort samengevat gaat het bij klassieke conditionering om het aanbieden van een aanvankelijk neutrale stimulus tegelijk met een ongeconditioneerde stimulus die na een aantal keren met elkaar in verband worden gebracht.
Wat houdt klassieke conditionering in?
Klassieke conditionering – een in eerste instantie neutrale stimulus wordt gekoppeld aan een andere stimulus, waardoor die neutrale stimulus een extra betekenis krijgt en dezelfde respons ontlokt als de stimulus waaraan het werd gekoppeld.
Welke 2 vormen van conditionering zijn er?
In de psychologie worden twee vormen van conditionering onderscheiden, namelijk klassiek conditioneren en operant conditioneren.
Wat is operante conditionering voorbeelden?
Bij vrij-operant conditioneren is het paard vrij te doen wat het wil. (McGreevy 2004) Een (vervelend) voorbeeld hiervan is, dat een paard bij het schrapen van zijn hoeven voer krijgt. Het paard denkt dat het schrapen beloond wordt en zal dit het gedrag van hoeven schrapen vaker laten zien.
Wat is het verschil tussen klassieke en operante conditionering?
Bij klassieke conditionering worden verbanden aangeleerd tussen gedrag en prikkels die daaraan voorafgaan. Operant conditioneren is het leren van verbanden tussen gedrag en de resultaten die daarop volgen. Bij deze leervorm wordt bepaald bewust gedrag bekrachtigd of juist bestraft.
Wat is ongeconditioneerde stimulus?
betekenis & definitie. een prikkel of situatie die reacties oproept die horen bij die prikkel of situatie. De reactie die de ongeconditioneerde stimulus teweegbrengt, is dus niet aangeleerd, die hoort erbij.
Wat is Intermittente conditionering?
Uitdoving en partiƫle bekrachtiging Partiƫle of intermitterende bekrachtiging wil zeggen dat het gewenste gedrag niet altijd wordt beloond: men beloont bijvoorbeeld maar 80% van de gevallen. In deze situatie zal het gewenste leereffect later optreden (het leerproces duurt langer).
Wat is het Pavlov effect?
Honden, die elke keer een belletje horen op het moment dat ze eten krijgen, leggen onbedoeld een associatie tussen dat geluid en eten. Ze gaan dan al speeksel aanmaken op het moment dat ze het belletje horen. Het kwijlen na het horen van een bel is een voorbeeld van een pavlovreactie.
Hoe werkt operante conditionering?
Bij operante conditionering wordt de kans op een bepaald gedrag in een bepaalde context vergroot door de daaropvolgend bekrachtigende gebeurtenis of prikkel. Dit gedrag is in tegenstelling tot reflexmatige reacties die door een stimulus worden uitgelokt, spontaan van aard. Dit gedrag wordt ook wel operant genoemd.