Wat is het vervoegen van een werkwoord?

Wat is het vervoegen van een werkwoord?

Vervoeging of conjugatie is het veranderen van de vorm van een werkwoord om de tijd, persoon, genus, modus of aspect aan te geven. Het veranderen van naamwoorden is hier enigszins mee vergelijkbaar en heet verbuiging.

Is het Graafden of groeven?

Over ‘dragen’ en ‘graven’ zijn de meeste taalgebruikers het wel eens: het is ‘dragen-droeg-gedragen’ en ‘graven-groef-gegraven’, al lees je hier en daar ook het foute ‘draagde’ en ‘graafde’. Er is een simpel trucje: als het voltooid deelwoord op -‘en’ eindigt, is het aa-oe-aa.

Welk getal is een werkwoord?

Met het getal wordt bedoeld enkelvoud (singularis) of meervoud (pluralis). Sommige talen kennen ook nog het tweevoud (dualis). Persoon onderscheiden wij in eerste, tweede en derde persoon. Deze zijn in het enkelvoud: (1) ik, (2) jij en u (en gij) en (3) hij, zij en het.

Is het gewenst of Gewensd?

Wat is de verleden tijd van wensen? De verleden tijd van wensen is ‘wenste’. Het voltooid deelwoord is ‘heeft gewenst’.

Hoe vervoeg je aller?

aller nl

  1. Je vais.
  2. Tu vas.
  3. Il va.
  4. Nous allons.
  5. Vous allez.
  6. Ils vont.

Is het Leesde of las?

Vervoeging: leesde; leesd, of: lezen. leesde voor: las (van: lezen); ook Drentsch. Evenwel hoort men ook: doe laste, wie lassen. lezen , lezen , (sterk werkwoord) , Zie de wdbb.

Wat is verledentijd van graven?

graven/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van graven
onbepaalde wijs
tegenwoordig (o.t.t.) graaf graaft
verleden (o.v.t.) groef groef
toekomend (o.t.t.t.) zal graven zult/zal graven

Wat is de verleden tijd van Erven?

Erven – geërfd / georven Erfde – geërfd is de normale vervoeging van erven. Georven komt ook voor, maar is niet helemaal neutraal. Sommige woordenboeken noemen ook de sterke vervoeging orf – georven. Orf is wat ongebruikelijk, maar georven komt geregeld voor.

Wat is een werkwoord voorbeeld?

Een werkwoord is een woord dat aangeeft welke handeling of toestand of welk proces in de zin centraal staat. Voorbeelden van werkwoorden zijn gaan, slapen, blijken, zijn en veranderen. Werkwoorden geven aan in welke tijd de zin staat: de verleden tijd, de tegenwoordige tijd of de toekomende tijd.

Hoe kun je het werkwoord vinden?

Dan is de persoonsvorm het werkwoord dat het verst vooraan in de zin staat. Je kunt de persoonsvorm ook op andere manieren herkennen: Als je de zin vragend maakt, komt de persoonsvorm meestal vooraan te staan. Dit geldt niet voor zinnen die al beginnen met een vraagwoord, zoals waar, wanneer, waarom, enz..

Is het toegewenst of Toegewensd?

De verleden tijd van toewensen is ‘wenste toe’. Het voltooid deelwoord is ‘heeft toegewenst’.

Hoe schrijf je gewenst?

Het woord gewenst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.