Wat is een zwak woord?
Wat zijn zwakke werkwoorden? De zwakke werkwoorden veranderen niet van klank als ze van tijd veranderen. Hieronder vind je enkele voorbeelden van zwakke werkwoorden in tegenwoordige tijd (tt), verleden tijd (vt) en als voltooid deelwoord (vd). Een zwak werkwoord is te zwak om van klank te veranderen.
Wat zijn sterke en zwakke werkwoorden Duits?
Het belangrijkste verschil tussen Sterke en Zwakke werkwoorden is dat bij de Sterke werkwoorden een klinker verandert in de verleden tijd. Bij Zwakke werkwoorden gebeurt dit niet of nauwelijks.
Wat zijn de sterke en zwakke werkwoorden?
Naast de sterke en zwakke werkwoorden is er nog een kleine groep onregelmatige werkwoorden: hebben, kunnen, mogen, willen, zijn en zullen. Deze werkwoorden hebben ook (deels) afwijkende vormen in de tegenwoordige tijd (zoals kan, is en heeft) en ook de verleden tijd is niet altijd voorspelbaar (zoals wou, was en mocht ).
Wat zijn de zwakke werkwoorden in het Nederlands?
Het Nederlands kent de volgende onregelmatige werkwoorden: hebben, kunnen, mogen, willen, zijn en zullen. Er zijn veel meer sterke werkwoorden, zoals lopen en bieden. Ja, ik wil betere cijfers! Bij het vervoegen van zwakke werkwoorden wordt –de of –te achter de stam van het werkwoord geplakt in de verleden tijd.
Wat is de stam van zwakke werkwoorden?
Bij de zwakke werkwoorden (in de ANS ‘regelmatige werkwoorden’ genoemd) wordt achter de stam van het werkwoord (het hele werkwoord zonder de uitgang -en) in de verleden tijd de uitgang -de of -te geplaatst. Welke van die uitgangen juist is, hangt af van de laatste letter van de stam.
Wat is sterke werkwoorden?
Bij sterke werkwoorden (in de Algemene Nederlandse Spraakkunst (ANS, 1997) ‘onregelmatige werkwoorden’ genoemd) verandert de klinker in de verleden tijd en eindigt het voltooid deelwoord op -en: lopen – liep – gelopen, wijzen – wees – gewezen, helpen – hielp – geholpen. Een overzicht van de vervoegingen van de sterke werkwoorden vindt u in dit