Inhoudsopgave
- 1 Wat is een zwak regelmatig werkwoord?
- 2 Hoe weet je of het een sterk of zwak werkwoord is?
- 3 Wat zijn de zwakke werkwoorden in het Nederlands?
- 4 Wat is de stam van zwakke werkwoorden?
- 5 Hoe werkt feesttenten?
- 6 Hoeveel onregelmatige werkwoorden zijn er in het Duits?
- 7 Wat zijn zwakke werkwoorden?
- 8 Wat zijn de sterke en zwakke werkwoorden?
Wat is een zwak regelmatig werkwoord?
Zwakke (of regelmatige) werkwoorden krijgen in de verleden tijd -te of -de achter de stam en het voltooid deelwoord eindigt op -t of -d: stoppen – stopte – gestopt; steunen – steunde – gesteund.
Hoe weet je of het een sterk of zwak werkwoord is?
De werkwoorden waarbij de klank niet verandert in de verleden tijd worden zwakke werkwoorden genoemd. Werkwoorden waarbij de klank wel verandert in de verleden tijd worden sterke werkwoorden genoemd.
Wat is sterke werkwoorden?
Bij sterke werkwoorden (in de Algemene Nederlandse Spraakkunst (ANS, 1997) ‘onregelmatige werkwoorden’ genoemd) verandert de klinker in de verleden tijd en eindigt het voltooid deelwoord op -en: lopen – liep – gelopen, wijzen – wees – gewezen, helpen – hielp – geholpen. Een overzicht van de vervoegingen van de sterke werkwoorden vindt u in dit
Wat zijn de zwakke werkwoorden in het Nederlands?
Het Nederlands kent de volgende onregelmatige werkwoorden: hebben, kunnen, mogen, willen, zijn en zullen. Er zijn veel meer sterke werkwoorden, zoals lopen en bieden. Ja, ik wil betere cijfers! Bij het vervoegen van zwakke werkwoorden wordt –de of –te achter de stam van het werkwoord geplakt in de verleden tijd.
Wat is de stam van zwakke werkwoorden?
Bij de zwakke werkwoorden (in de ANS ‘regelmatige werkwoorden’ genoemd) wordt achter de stam van het werkwoord (het hele werkwoord zonder de uitgang -en) in de verleden tijd de uitgang -de of -te geplaatst. Welke van die uitgangen juist is, hangt af van de laatste letter van de stam.
Wat is de klinker van sterke werkwoorden?
Bij sterke werkwoorden (in de Algemene Nederlandse Spraakkunst (ANS, 1997) ‘onregelmatige werkwoorden’ genoemd) verandert de klinker in de verleden tijd en eindigt het voltooid deelwoord op -en: lopen – liep – gelopen, wijzen – wees – gewezen, helpen – hielp – geholpen.
Hoe werkt feesttenten?
Een handig ezelsbruggetje is om alle uitgangen van boven naar beneden te lezen en er dan fe- voor te zetten. Men krijgt dan het woord feesttenten. De uitgangen van zwakke werkwoorden zijn het gemakkelijkst te onthouden aan de hand van een voorbeeld, zoals het werkwoord wohnen (wonen).
Hoeveel onregelmatige werkwoorden zijn er in het Duits?
Net als in het Nederlands en andere talen zijn er ook in het Duits onregelmatige werkwoorden: haben, sein, werden. können, mögen, dürfen, müssen, sollen, wollen en wissen.
Wat betekent een zwak werkwoord?
Zwak werkwoord is de in descriptieve grammatica’s veel gebruikte term voor een bepaald type vervoeging waarbij een werkwoord een vast achtervoegsel krijgt om de verleden tijd en het voltooid deelwoord [..]
Wat zijn zwakke werkwoorden?
Wat zijn zwakke werkwoorden? De zwakke werkwoorden veranderen niet van klank als ze van tijd veranderen. Hieronder vind je enkele voorbeelden van zwakke werkwoorden in tegenwoordige tijd (tt), verleden tijd (vt) en als voltooid deelwoord (vd). Een zwak werkwoord is te zwak om van klank te veranderen.
Wat zijn de sterke en zwakke werkwoorden?
Naast de sterke en zwakke werkwoorden is er nog een kleine groep onregelmatige werkwoorden: hebben, kunnen, mogen, willen, zijn en zullen. Deze werkwoorden hebben ook (deels) afwijkende vormen in de tegenwoordige tijd (zoals kan, is en heeft) en ook de verleden tijd is niet altijd voorspelbaar (zoals wou, was en mocht ).