Wat is een wisselende belasting?

Wat is een wisselende belasting?

Metalen en andere materialen kunne door een wisselende belasting vermoeien. Dit houdt in dat de mechanische sterkte van het materiaal afneemt en het materiaal uiteindelijk zal breken wanneer men de belasting niet wegneemt.

Wat is Vermoeiingssterkte?

m. (-s), grootste spanningsschommeling van een materiaal. De vermoeiingssterkte wordt opgegeven als 1. de laagste (σmin) èn de hoogste (σmax) bij elkaar behorende spanning, óf 2. de gemiddelde spanning (σgen) èn de bijbehorende grootste spanningsamplitude.

Hoe optellen en aftrekken breuken?

Optellen en aftrekken. Als je 2 breuken wilt optellen of aftrekken, dan moeten de noemers van de breuken hetzelfde zijn. Als de noemers gelijk zijn kunnen de tellers bij elkaar worden opgeteld of van elkaar worden afgetrokken. breuk + breuk = teller + teller noemer. breuk – breuk = teller – teller noemer.

Hoe maak je een breuk zo groot mogelijk maken?

Het “zo klein mogelijk maken” noemt men vereenvoudigen. Om een breuk te vereenvoudigen ga je op zoek naar de grootste gemeenschappelijk deler van de teller en de noemer. Bijvoorbeeld 12/18. De teller (12) en de noemer (18) zijn beide deelbaar door 6 (grootste gemeenschappelijke deler). Als je de teller en de noemer nu door 6 deelt,

Hoe kun je breuken van elkaar aftrekken?

Om breuken van elkaar af te trekken, moet je er zorgen dat de noemers van beide breuken gelijk zijn. Door bij één of beide breuken de teller en de noemer te vermenigvuldigen met hetzelfde getal (en getal verandert immers niet als je het met 1 vermenigvuldigd) kun je er voor zorgen dat de noemers van de breuken gelijk worden. Bijvoorbeeld: 3/4

Hoe kun je een breuk vereenvoudigen?

Om een breuk te vereenvoudigen ga je op zoek naar de grootste gemeenschappelijk deler van de teller en de noemer. Bijvoorbeeld 12/18. De teller (12) en de noemer (18) zijn beide deelbaar door 6 (grootste gemeenschappelijke deler). Als je de teller en de noemer nu door 6 deelt, kun je de breuk dus ook schrijven al (12/6)/ (18/6) = 2/3.