Wat is een sterk werkwoord voorbeeld?

Wat is een sterk werkwoord voorbeeld?

Bij sterke werkwoorden (in de Algemene Nederlandse Spraakkunst ‘onregelmatige werkwoorden’ genoemd) verandert de klinker in de verleden tijd en eindigt het voltooid deelwoord op -en: lopen – liep – gelopen, wijzen – wees – gewezen, helpen – hielp – geholpen.

Is kopen een sterk of zwak werkwoord?

werkwoord dat bij de vervoeging in de verleden tijd en/of de vorming van het voltooid deelwoord een klinkerwisseling* (soms ook medeklinkerwisseling) vertoont. Voorbeeld: eten – at – gegeten; kopen – kocht – gekocht.

Is mogen een sterk werkwoord?

Bij de werkwoorden mogen, kunnen en zullen is de tegenwoordige tijd ontstaan vanuit een sterke verledentijdsvorm. Bij de meeste sterke werkwoorden kwam vroeger in de enkelvoudsvormen van de verleden tijd een andere klinker voor dan in het meervoud.

Hoe weet je of een werkwoord van klank verandert of niet?

Als je een PV in de verleden tijd zet, verandert bij sommige werkwoorden de klank: Deze werkwoorden noemen we sterke of ook wel klankveranderende werkwoorden. Ezelsbruggetje! Het zijn krachtige werkwoorden: sterk genoeg om van klank te veranderen.

Wat is een sterk woord?

De werkwoorden waarbij de klank niet verandert in de verleden tijd worden zwakke werkwoorden genoemd. Werkwoorden waarbij de klank wel verandert in de verleden tijd worden sterke werkwoorden genoemd.

Is woei goed Nederlands?

Beide vormen correct Na wat speurwerk in de naslagwerken blijkt dat zowel woeien als waaiden correct zijn.

Wat is een voorbeeld van een zwak werkwoord?

Wat zijn zwakke werkwoorden? De zwakke werkwoorden veranderen niet van klank als ze van tijd veranderen. Hieronder vind je enkele voorbeelden van zwakke werkwoorden in tegenwoordige tijd (tt), verleden tijd (vt) en als voltooid deelwoord (vd).

Is een sterk werkwoord?

Sterke werkwoorden worden ook onregelmatige werkwoorden genoemd. Sterke werkwoorden zijn werkwoorden waarvan de klank verandert als het werkwoord wordt omgezet in voltooide tijd. Daarnaast hebben ze geen achtervoegsel (-te of –de) nodig.

Is hebben een sterk werkwoord?

Deze veronderstelling klopt niet helemaal, omdat niet alle sterke werkwoorden onregelmatig zijn. Het Nederlands kent de volgende onregelmatige werkwoorden: hebben, kunnen, mogen, willen, zijn en zullen. Er zijn veel meer sterke werkwoorden, zoals lopen en bieden.

Wat is de regel van het Kofschip?

De medeklinkers uit ’t kofschip, dus de t, k, f, s, ch en p, helpen te bepalen of een zwak werkwoord de uitgang -te of -de krijgt in de verleden tijd. De uitgang -te wordt toegevoegd aan werkwoorden waarvan de stam (= het hele werkwoord zonder de uitgang -en) eindigt op een van die medeklinkers uit ’t kofschip.

Wat was vroeger de verleden tijd van wassen?

schoonmaken (met water)Bewerken

vervoeging van de bedrijvende vorm van wassen
onbepaalde wijs kort
tegenwoordig (o.t.t.) was wast
verleden (o.v.t.) waste waste
toekomend (o.t.t.t.) zal wassen zal wassen

Wat is het ervaarde of ervoer?

Wat is de verleden tijd van ervaren: ervaarde of ervoer? Het is allebei juist. De sterke vervoeging ervoer, die het oudst is, komt het meest voor.

Welke woorden zijn zwakke werkwoorden?

Zwakke werkwoorden in de verleden tijd: ’t kofschip (stamregel 3)

Stam Zit de laatste letter in ’t kofschip? Verleden tijd
(ik) schep ja ik schepte – wij schepten
(ik) zet ja ik zette – wij zetten
(ik) vul nee ik vulde – wij vulden
(ik) por nee ik porde – wij porden

Hoe weet je of het een zwak of sterk werkwoord is?

Deze werkwoorden noemen we sterke of ook wel klankveranderende werkwoorden. Ezelsbruggetje! Het zijn krachtige werkwoorden: sterk genoeg om van klank te veranderen. Werkwoorden die bij verandering van tijd niet van klank veranderen, heten zwakke werkwoorden.