Inhoudsopgave
Wat is een passieve constructie?
In een passieve zin wordt de handelende persoon weergegeven in een door-bepaling, die meestal kan worden weggelaten. Een passieve zin bevat altijd een vorm van het hulpwerkwoord worden of zijn en een voltooid deelwoord. Voorbeeld: De roomsoezen worden gebakken (door de hulpkok).
Hoe maak je een zin actief?
Wat is actief schrijven? Bij actief schrijven, schrijf je zinnen met zo weinig mogelijk hulpwerkwoorden. Dit zorgt voor korte, ‘actieve’ zinnen. Hieronder zie je eerst een lijst van veel voorkomende hulpwerkwoorden, en vervolgens een aantal voorbeelden van actieve zinnen en passieve zinnen.
Hoe herken ik een passieve zin?
Passieve zinnen zijn op twee manieren te herkennen: ze bevatten vaak het hulpwerkwoord worden, en ze hebben zo’n door-bepaling, of je kunt die in gedachten makkelijk toevoegen.
Hoe vorm je de passief?
De passieve zin
- De passieve zin wordt gevormd met het vervoegde werkwoord être + en het voltooid deelwoord van het hoofdwerkwoord.
- Merk op dat in de passieve vorm het voltooid deelwoord altijd moet overeenstemmen met het onderwerp.
Hoe herken ik een lijdende vorm?
De term ‘lijdende vorm’ duidt een werkwoordelijk gezegde aan dat bestaat uit een vorm van het hulpwerkwoord worden of zijn in combinatie met een voltooid deelwoord, bijvoorbeeld De tekst wordt geschreven of De kaarten zijn geschud.
Wat zijn actieve en passieve zinnen?
In een actieve zin is de persoon of zaak die de handeling uitvoert, het onderwerp van de zin. Bijvoorbeeld: De hulpkok bakt de roomsoezen. In een passieve zin wordt de handelende persoon of zaak weergegeven in een door-bepaling, die meestal kan worden weggelaten.
Wat is passief zijn?
passief – bijvoeglijk naamwoord uitspraak: pas-sief 1. wie niet geneigd is om in actie te komen ♢ hij is erg passief, hij hangt maar in een stoel 2. waarbij niets gedaan wordt ♢ televisie kijken…
Hoe vind je een bedrijvende vorm?
In een zin in de bedrijvende (of: actieve) vorm is het grammaticale onderwerp gelijk aan de persoon of zaak die de in het gezegde uitgedrukte handeling verricht. Voorbeelden: (1) Het voltallige gezelschap vertrok naar de kermis.
Hoe maak je van een passieve zin een actieve zin?
Als je een passieve zin wilt ombuigen in een actieve constructie, helpt vaak om de vraag ‘door wie’ te stellen. Zo vind je het onderwerp dat je kunt gebruiken voor een actieve directe zin. De afwas wordt razendsnel gedaan. Theo en Thea hebben haast.