Wat is de betekenis van benadrukken?

Wat is de betekenis van benadrukken?

benadrukken – regelmatig werkwoord uitspraak: be-na-druk-ken 1. het beter laten uitkomen, er nadruk op leggen ♢ hij benadrukte nog eens dat ik mijn best moest doen Regelmatig werkwoord: be-na-druk-ken ik benadruk…

Hoe leg je nadruk op het?

Accent aigui: é Het accent aigui wordt gebruikt om nadruk te leggen op een woord op klemtoon, maar ook om aan te duiden hoe je een woord uitspreekt. Bij ‘Dé haarspecialist van Haarlem’ benadruk je het woord bijvoorbeeld, en bij ‘café’ geeft het streepje aan dat hier een lange ee gebruikt wordt in de uitspraak.

Wat is een ander woord voor benadrukken?

Synoniemen: beklemtonen, accentueren, betonen (een germanisme), onderlijnen, onderstrepen, (iets) klem bijzetten en de nadruk leggen op.

Wat betekent nadruk leggen op?

nadruk = de nadruk zelfst. Uitspraak: [ˈnadrʏk] extra aandacht Voorbeeld: `met nadruk`de nadruk leggen op iets (laten merken dat je iets belangrijk vindt) `Deze cursus legt meer nadruk op …

Wat is beklemtonen?

(beklemtoonde, heeft beklemtoond), de klemtoon leggen op, accentueren: beklemtoonde lettergreep, met het (hoofd)accent; (ook fig.) met nadruk wijzen op: de noodzaak van iets beklemtonen.

Wat is accentueren?

accentueren – regelmatig werkwoord uitspraak: ac-cen-tu-e-ren 1. het beter laten uitkomen, er nadruk op leggen ♢ deze make-up accentueert de vorm van je gezicht Regelmatig werkwoord: ac-cen-tu-e-ren ik accentueer…

Wat betekent vóór?

dat wil zeggen: “op een tijdstip eerder dan haar verjaardag”, te onderscheiden van: Zij wou een verlovingsring voor haar verjaardag, “als cadeau met haar verjaardag”.

Wat is de betekenis van Boost?

naamw. (m.) Uitspraak: [bu:st] Verbuigingen: boost|s (meerv.) stoot extra energie om iets te versnellen Voorbeeld: `De bestuurders besloten om de ontwikkeling een boost te geven door te investeren in een veelbelovend jong bedrijf.

Is het mét of mèt?

Klanken die met twee letters worden geschreven, krijgen twee accenten, bijvoorbeeld: máát, héél, vóór, dúúr, zéúren, níét, móét, fláúw, nóú, kléín, erúít. Ook de tweeklank ij krijgt twee accenten, maar het is moeilijk om met een tekstverwerker het letterteken j een accent te geven.