Inhoudsopgave
Wat is aankleden?
aankleden – Werkwoord 1. meubileren, van toebehoor of uitbreiding voorzien, decoreren, versieren ♢ We kunnen de vergelijking aankleden met een voorbeeld uit de praktijk.
Hoe schrijf je aangekleed?
kleedde aan (verl. tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft aangekleed (volt.
Is aankleden een werkwoord?
Werkwoord “aankleden” – Nederlandse werkwoorden.
Wat is de verleden tijd van aankleden?
aankleden/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van aankleden | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs | lang | |
tegenwoordig (o.t.t.) | aankleed | aankleden |
verleden (o.v.t.) | aankleedde | aankleedden |
toekomend (o.t.t.t.) | zal aankleden aan zal kleden | zullen aankleden aan zullen kleden |
Wat is het voltooid deelwoord van Baden?
baden/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van baden | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs | lang | |
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gebaad | hebben gebaad |
verleden (v.v.t.) | had gebaad | hadden gebaad |
toekomend (v.t.t.t.) | zal gebaad hebben | zullen gebaad hebben |
Hoe vervoeg je s Habiller?
Vervoeging van habiller
- je habille.
- tu habilles.
- il/elle habille.
- nous habillons.
- vous habillez.
- ils/elles habillent.
Wat is de verleden tijd van besteden?
besteden/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van besteden | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | besteed | besteedt |
verleden (o.v.t.) | besteedde | besteedde |
toekomend (o.t.t.t.) | zal besteden | zult/zal besteden |