Wat hen aanspreekt?

Wat hen aanspreekt?

Hen en hun worden gebruikt om naar personen te verwijzen. Of hen of hun goed is, hangt af van de rest van de zin. Hen is goed in bijvoorbeeld ‘Ik deed het voor hen’ en ‘Ik bedankte hen. ‘ Hun is goed in bijvoorbeeld ‘Ik vertelde hun de waarheid’ en ‘Het werd hun te veel.

Is van hun of hen?

Gebruik hun als het een meewerkend, belanghebbend of bezittend voorwerp zonder voorzetsel, of een ondervindend voorwerp is. Gebruik hen als het een lijdend voorwerp of oorzakelijk voorwerp is. Gebruik hen na een voorzetsel, welke grammaticale functie het ook heeft.

Is hun altijd meervoud?

Achter hun als onderwerp zit dus een systeem: het is een neutraal meervoud én het is alleen van toepassing op mensen. Dit leidt er hoogstwaarschijnlijk toe dat hun hebben zal blijven voorkomen. Slecht nieuws voor de hun hebben-haters dus.

Wat of dat Verwijswoord?

Je gebruikt meestal ‘wat’ als het woord volgt op een onbepaald woord (iets, niets, het enige, datgene) of een bijvoeglijk naamwoord dat zelfstandig wordt gebruikt (het mooie, het leukste, het bijzondere) of als het woord verwijst naar een rangtelwoord (het eerste). Je kunt hier ook ‘dat’ gebruiken.

Is hun meervoud?

Om naar meerdere vrouwen te verwijzen, gebruiken we de voorwerpsvormen hen, hun of ze. Met dezelfde meervoudsvormen verwijzen we ook naar mannen. Het gebruik van haar als vrouwelijk meervoud van het persoonlijk voornaamwoord is verouderd.

Is hun enkelvoud of meervoud?

Nederlands

enkelvoud meervoud
onderwerp voorwerp
3e persoon (mannelijk) hij ie (dat.) hun (acc.) hen ze
3e persoon (vrouwelijk) zij ze
3e persoon (onzijdig) het ’t

Hebben beziggehouden?

be·zig·hou·den (hield bezig, heeft beziggehouden) 1iets te doen geven: iem. aangenaam bezighouden vermaken; de gemoederen bezighouden een belangrijk onderwerp van gesprek zijn2zich bezighouden bezig zijn met; waar hou jij je tegenwoordig mee bezig?