Wat gebeurt er met kaarsvet als een kaars brandt?

Wat gebeurt er met kaarsvet als een kaars brandt?

Door de warmte van de vlam smelt het vet vlakbij de pit: er ontstaat een kuiltje met daarin gesmolten kaarsvet. Dit vet stijgt in de pit omhoog en wordt dicht in de buurt van de vlam zo heet, dat het overgaat in damp. Door verdamping wordt het kaarsvet gasvormig en verbrandt uiteindelijk door de warmte en het licht.

Wat is de brandstof bij een brandende kaars?

Een kaars bestaat uit een katoenen lont, die officieel de pit wordt genoemd, en een brandstof, zoals paraffine, stearine, sojawas of bijenwas. Paraffine en stearine zijn de meest voorkomende brandstoffen. Paraffine wordt gewonnen uit aardolie en stearine uit dierlijk of plantaardig vet.

Hoe warm wordt een waxine lichtje?

Als veel theelichtjes dicht opeen branden, bereikt het waxine al snel het smeltpunt van 60 graden, waarbij de waxine vloeibaar wordt. Als de temperatuur oploopt tot 370 graden Celsius, wordt het waxine gasvormig en kunnen grote steekvlammen ontstaan.

Hoeveel warmte geeft een waxinelichtje?

De verbrandingswarmte van waxine bedraagt 40 kJ/g. Een waxinelichtje brandt soms wel 4 uur. Met deze drie gegevens kunnen we uitrekenen dat een waxinelichtje van 10 g dat in 4 uur opbrandt 400kJ geleverd heeft aan warmte, dus 100 kJ per uur.

Is kaarsvet schadelijk?

Doordat je lichaam 37 graden is, wordt het kaarsvet niet keihard. Het blijft soepel en daardoor poep je het na een tijdje gewoon weer uit. Maar pas wel op voor de kaarsen die van parafine gemaakt zijn. Deze zijn giftig, omdat er aardolie in zit.

Welke energie komt er vrij bij een brandende kaars?

– Bij de verbranding van een kaars komt energie vrij in de vorm van licht en warmte. Bij een verbranding ontstaan verbrandingsproducten. – Bijvoorbeeld: koolstofdioxide, uitlaatgassen en water. – Bij een brandende kaars zijn water en koolstofdioxide de verbrandingsproducten.

Welke brandstof gebruiken mensen vooral in hun lichaam?

De belangrijkste energieleverancier is glucose (suiker), maar ook vetten en eiwitten kunnen afgebroken worden om energie te leveren. Lichaamscellen halen hun energie vooral uit de verbranding van glucose in de mitochondrieën.