Wat gebeurt er met de stofwisseling bij shock?

Wat gebeurt er met de stofwisseling bij shock?

Er worden stoffen in het lichaam aangemaakt waardoor de vaten nog verder verwijden en er nog meer kortsluitingen ontstaan. Hierbij gaan wel weefselcellen verloren. Verergert de shock verder dan zal door de steeds grotere verstoring in de normale stofwisseling een steeds sterkere verzuring van het bloed plaatsvinden.

Waarom Anurie bij shock?

Dalende urineproductie (oligurie of anurie): Door slechte circulatie is de bloedtoevoer naar de nieren verminderd. Hierdoor zal er minder urine geproduceerd worden tot <0,5 ml/Kg/uur.

Waardoor in shock raken?

Een shock is een situatie waarin je bloeddruk te laag is om je lichaam van bloed en zuurstof te voorzien. Er zijn verschillende vormen: hypovolemische shock, cardiogene shock, obstructieve shock en distributieve shock. Oorzaken kunnen bijvoorbeeld bloedverlies, hartfalen of problemen met de bloedvaten zijn.

Wat is een anurie?

Onder anurie verstaat men een afwezige urinepro- duktie (wat zelden voorkomt) of een urineproduktie van minder dan 200 ml per 24 uur. Bedraagt de diurese 200-500 ml per 24 uur, dan spreekt men van emstige oligurie; is de diurese 500-1.000 ml per dag dan is er oligurie, een toestand die fysiologisch kan voorkomen.

Wat is de bloedsomloop?

Bloedsomloop. Bloed moet voortdurend stromen om zuurstof en voedingsstoffen naar organen en weefsels te transporteren. Het bloed neemt zuurstof op in de longen, stroomt via het hart en de slagaders naar de kleinste bloedvaten, de haarvaten, en staat daar zuurstof af aan het omringende weefsel.

Hoe stroomt het bloed uit de slagaders?

Het bloed stroomt in de slagaders altijd van het hart af. Meestal bevat een slagader zuurstofrijk bloed. Uitzondering zijn de slagaders die vanuit de rechterhelft van het hart naar de longen leiden, en waar zuurstofarm bloed door stroomt. Slagaders hebben spiercellen in hun wanden waardoor die kunnen samentrekken om de bloedstroom te regelen.

Hoe stroomt het bloed naar de longen?

Het bloed neemt zuurstof op in de longen, stroomt via het hart en de slagaders naar de kleinste bloedvaten, de haarvaten, en staat daar zuurstof af aan het omringende weefsel. Op zijn weg terug neemt het bloed afvalstoffen mee.