Wat betekent besparing?

Wat betekent besparing?

(ov) minder van iets gebruiken of verbruiken ♢ Ik bespaar benzine door minder snel te rijden. 2. (inerg), (economie) ~ op: minder geld uitgeven, bezuinigen ♢ De overheid zal moeten besparen op de onderwijsuitgaven.

Wat is de betekenis van uitsparen?

uitsparen – regelmatig werkwoord uitspraak: uit-spa-ren 1. door sparen overhouden ♢ door zuinig te doen heb ik deze maand 300 euro uitgespaard 2. open laten, niet invullen ♢ in de muur op het we…

Wat betekent iemand besparen?

2) ervoor zorgen dat iemand niet iets vervelends overkomt Bespaar me je sarcasme.

Wat is een ander woord voor besparen?

uitsparen (ww) : besparen, bezuinigen, economiseren, inwinnen, sparen. beknibbelen (ww) : besparen, bezuinigen, inhouden, korten, uitsparen.

Is me bespaard gebleven?

Gespaard blijven voor en gespaard blijven van betekenen ‘niet blootgesteld worden aan’, ‘iets ontlopen, ergens aan ontkomen’, ‘geen last hebben van iets’, al dan niet met de bijbetekenis ‘door het oog van de naald gaan’.

Is bespaard?

(“algemeen”) minder van iets gebruiken of verbruiken. [economie] minder geld uitgeven, bezuinigen. [figuurlijk] niet met iets geconfronteerd willen worden.

Heeft bespaard of bespaart?

besparen/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van besparen
onbepaalde wijs kort
tegenwoordig (v.t.t.) heb bespaard hebt/heeft bespaard
verleden (v.v.t.) had bespaard had bespaard
toekomend (v.t.t.t.) zal bespaard hebben zult/zal bespaard hebben

Is het bespaart of bespaard?

besparen/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van besparen
onbepaalde wijs
tegenwoordig (o.t.t.) bespaar bespaart
verleden (o.v.t.) bespaarde bespaarde
toekomend (o.t.t.t.) zal besparen zult/zal besparen