Waar komt het woord plee vandaan?

Waar komt het woord plee vandaan?

De herkomst is onduidelijk. Men dacht aanvankelijk aan een samentrekking van ‘plaït-il’, waarmee in het Frans op beleefde wijze naar het toilet gevraagd wordt. Fransen gebruiken deze woorden echter niet, zodat dan maar gedacht werd aan een verbastering van ‘petit cabinet’. Aan petit zou dan een l zijn toegevoegd.

Wat is bargoens taal?

Bargoens is een sociale taalvariatie en een minderheidstaal die in Nederland tot de eerste helft van de twintigste eeuw werd gehanteerd door voornamelijk daklozen, zogenoemde landlopers, rondtrekkende handelaren, (markt)kooplieden, kermisklanten en onderwereldfiguren.

Wat betekent het woord Patjakker?

Patjakker – scheldwoord voor een gemene vent, smeerlap, fielt.

Wat betekent Misjpoge?

Misjpooche (ook wel gespeld als misjpoge en misjpoche) is een Jiddisch woord. Het komt dan ook veel voor in de context van Joodse families. Het gaat terug op het Hebreeuwse misjpacha ‘familie, clan’.

Wat is het netste woord voor wc?

Camera privata ofwel particuliere kamer, nog een ander woord voor toilet was beste kamer. Het woord toilet is afgeleid van het Franse toilette, dit betekent doek (vroeger werd de bips met een doek afgeveegd), WC van water closet, een letterlijke vertaling uit het Engels, waterkast.

Is plee een Nederlands woord?

Het woord plee staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Hoe heet Zigeunertaal?

Hun taal heet het Romani. Dit is een Indische taal die verwantschap heeft met Oudindisch of Sanskriet en lijkt op huidige Indische taalvarianten als het Bengali (Bangladesh), Hindi (India) en Urdu (Pakistan). De zigeunertaal is een taal die zelf veel uit andere talen heeft opgepikt, omdat de zigeuners veel rondreisden.

Wat is een Tokus?

tokus: achterwerk, vagina (zie toges); (internet: op ranzige sex- en chatsites) pik; (in het Zuiden: Brabant en Vlaanderen) hoofd, kop | van toges (zie aldaar).

Waar komt Patjakker vandaan?

patjakker “fielt, schurk, patser” [1896; Stoett 1925], badjakker “straatvlegel” [1905; Stoett 1925], “deugniet, schelm” [1906; Boeventaal]. Ontleend aan Javaans badjag en Maleis badjak (toenmalige spelling) ‘zeeroover’, met toevoeging van het achtervoegsel -er (zie → -aar), dat veel voorkomt in persoonsaanduidingen.

Wat is een Slampamper?

(19e eeuw) (inf.) leegloper; lijntrekker; haveloos persoon. Ook voor een gewetenloos iemand die tot veel in staat is.