Hoe weet je of een woord een samenstelling is?

Hoe weet je of een woord een samenstelling is?

Een samenstelling is een woord dat bestaat uit twee delen die beide ook zelfstandig kunnen voorkomen (keukentafel = keuken en tafel). Een samenstelling kan zelf ook weer het linker- of rechterdeel van een nieuwe samenstelling zijn (keukentafelgesprek, designkeukentafel).

Is het een samenstelling?

Als twee (of meer) woorden samen één nieuw woord vormen, heet dat een samenstelling. Zo kun je met rug en zak de samenstelling rugzak vormen. In het Nederlands kun je ontelbaar veel en in principe oneindig lange samenstellingen maken. Zoals gezegd kun je de samenstelling rugzak maken van rug en zak.

Is terugvinden 1 woord?

Vervoegingen: vond terug (verl. tijd enkelv.)

Wat is de samenstelling in het Nederlands?

Een samenstelling is in het Nederlands altijd aan elkaar of met een koppelteken. Dus het is doe-het-zelfautomatisering of doe-het-zelf-automatisering . Omdat het een wat ongewone samenstelling is, kun je het beste kiezen voor het koppelteken, dan wordt direct duidelijk uit welke woorden de samenstelling bestaat.

Wat zijn samenstellingen met gelijkwaardige delen?

samenstellingen met gelijkwaardige delen: kosten-batenanalyse, zwart-witfoto, een paars-wit shirt, directeur-grootaandeelhouder, cultureel-historisch; samenstellingen met een naam: Rabobankrekening, Tweede Kamerlid, Zuidoost-Nederland, kabinet-Rutte III, Standaardnederlands, plat New Yorks

Wat is het verschil tussen een afleiding en een samenstelling?

Wat is het verschil tussen een afleiding en een samenstelling? Kort gezegd: van een samenstelling kunnen alle delen ook zelfstandig voorkomen en van een afleiding niet. Samenstellingen bestaan bijvoorbeeld uit twee zelfstandige naamwoorden: huis en deur worden samen huisdeur.

Wat is een samenstelling met een zin?

samenstellingen met een zin: een wat-maak-je-me-nou-blik. samengestelde werkwoorden: verdergaan, gebruikmaken, in stand houden, tekortkomen. samenstellingen met voorzetsels: achter ( )in (het tijdschrift), eropaf!, eropuit gaan, ervan uitgaan, oorbellen in hebben, zes boterhammen op kunnen.