Inhoudsopgave
Hoe verzorg je doorligwonden?
Als de wond droog is, moet men het vochtigheid toebrengen door een vochtig verband aan te leggen. Als de wond te vochtig is, moet men een verband aanbrengen dat de vochtoverschotten zal absorberen en het gunstige vochtige milieu zal handhaven voor de genezing.
Hoe kan een verminderde conditie van de huid ontstaan?
Een te droge of te vochtige huid is kwetsbaarder; de kans op het ontstaan van huiddefecten of infecties is dan groter. Bij ouderen is de huid dunner en minder soepel, hierdoor ontstaan er vaker doorbloedingsstoornissen. Medicijnen, zoals corticosteroïden en chemotherapie, maken de huid dunner en kwetsbaarder.
Welke maatregelen hebben een positief effect op de conditie van de huid?
Verminderde huidconditie Niet te heet en niet te lang douchen (heeft uitdrogend effect). Voorzichtig met pleistergebruik (ontvelling bij verwijderen). Geef dagelijks schoon ondergoed. Bij droge huid: maak gebruik van een ongeparfumeerde huidcrème of indifferente zalf.
Hoe herken je decubitus bij een donkere huid?
Categorie I: niet-wegdrukbare roodheid Soms gaat dit verschijnsel samen met een verkleuring van de huid, warmte, zwelling of verharding. Bij cliënten met een lichte huidskleur zie je de roodheid vaak duidelijk, bij een donkere huidskleur is dit soms lastiger.
Welke cliënten hebben risico op huidletsel?
Risico-indicatoren zijn kenmerken die ertoe bij kunnen dragen dat cliënten een verhoogd risico op het ontwikkelen van huidletsel/decubitus lopen: bijvoorbeeld verslechterde voedingstoestand, neurologische aandoening en verminderde mobiliteit.
Waar let je op bij de huid?
Let ook op plekjes die ruw zijn. Plekjes waar steeds korstjes op zitten of die gemakkelijk bloeden. Heeft u al eens huidkanker of een voorstadium daarvan gehad? Controleer dan regelmatig het litteken op de plek waar de huidafwijking is verwijderd.
Wat zijn de verschillende categorieën van Decubituswonden?
Decubitus wordt ingedeeld in vier categorieën (I, II, III en IV).
- Categorie I: niet-wegdrukbare roodheid.
- Categorie II: verlies van een deel van de huidlaag of blaar.
- Categorie III: verlies van een volledige huidlaag.
- Categorie IV: verlies van een volledige weefsellaag.