Inhoudsopgave
Hoe schrijf je geleerd?
geleerd {bn.} geleerd {volt. deelw.} leren {ww.}
Is leert met d of t?
leert – Werkwoord 1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leren ♢ Jij leert 2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leren ♢ Hij leert 3. verouderde gebiedende wijs meervoud van leren ♢ leert!
Hoe vorm je de verleden tijd?
Als de persoonsvorm van een zwak werkwoord in de verleden tijd staat, dan gebruik je +te(n) of +de(n). Eerst pak je dus de stam (ik-vorm) en daar zet je +te of +de achter. Daarna kijk je of het werkwoord in het meervoud of het enkelvoud staat, bij meervoud zet je er ook nog een ‘n’ achter.
Hoe schrijf je leert?
leren/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van leren | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | leer | leert |
verleden (o.v.t.) | leerde | leerde |
toekomend (o.t.t.t.) | zal leren | zult/zal leren |
Wat is een geleerde?
Het begrip geleerde heeft 2 verschillende betekenissen: 1) geleerd persoon. iemand die geleerd is; iemand die op wetenschappelijk niveau zeer veel van een bepaald onderwerp weet en daar meestal voor zijn beroep onderzoek naar doet en vaak ook onderwijs geeft; wetenschapper; onderzoeker. 2) dat wat wordt of is geleerd.
Is het d of t?
Hoe zit het met D of T in de tegenwoordige tijd?
werkwoord | rijden | vinden |
---|---|---|
IK-vorm | rijd | vind |
Als je het trucje met lopen toepast, hoor je een t. | jij rijdt jij loopt | jij vindt jij loopt |
Als je het trucje met lopen toepast, hoor je geen t. | rijd jij? loop jij? | vind jij? loop jij? |
Hoe weet je of iets eindigt op d of t?
U kunt daarvoor vergelijken met de verledentijdsvorm. Als die op -de(n) eindigt, krijgt ook het voltooid deelwoord een -d. Als de verledentijdsvorm op -te(n) eindigt, krijgt ook het voltooid deelwoord een -t.
Is het lachte of lachtte?
Tegenwoordige tijd: Ik lach (stam) Hij lacht (stam + t) Wij lachen (hele werkwoord) Verleden tijd: Ik lachte (stam + te, het is niet ‘ik lachtte’ omdat de stam ‘lach’ is en niet ‘lacht’) Hij lachte (stam + te) Wij lachten (stam + ten) Voltooid deelwoord: Wij hebben gelachen. (Deze is makkelijk te herkennen.)
Hoe vind je het OD?
De onvoltooid deelwoorden zijn dan ook: huilend, lachend en niezend. Een voorbeeld van een onvoltooid deelwoord waarbij -de achter het hele werkwoord is geplakt, staat hieronder….onvoltooid deelwoord ofwel tegenwoordig deelwoord
- Huilend rende ze de klas uit.
- Lachend rende ze de klas uit.
- Niezend rende ze de klas uit.
Hoe vindt je voltooid deelwoord?
Meestal weet je of de verleden tijd van een regelmatig werkwoord met -de(n) of -te(n) wordt geschreven en dan weet je dus ook of het voltooid deelwoord op -d of -t eindigt. Uiteraard kun je ook ’t kofschip (x) gebruiken om te weten hoe je het voltooid deelwoord schrijft.