Inhoudsopgave
Hoe schrijf je een goede inleiding voor een beschouwing?
De inleiding Dit kan bijvoorbeeld gedaan worden door het onderwerp te betrekken op de actualiteit, of juist op de historie, door een anekdote te vertellen of door de lezer een vraag te stellen. Natuurlijk kun je zelf ook iets bedenken, als het er maar voor zorgt dat de interesse van de lezer gewekt is.
Hoe een beschouwing beginnen?
Het doel bij een beschouwing is de lezer na te laten denken over een bepaald onderwerp. Voor je gaat beginnen met schrijven is het erg handig om een bouwplan te maken. Je kunt een bouwplan zien als de basis van een beschouwing. In een bouwplan zorg je dat je alle aspecten versimpeld weergeeft.
Hoe schrijf je een goed slot voor een beschouwing?
Zoals elke beschouwing begint met een inleiding, eindigt elke beschouwing met een slot. Het slot komt direct na het middenstuk. In het slot komt een korte samenvatting, je laat doorschemeren wat je eigen positie is en het eindigt met een uitsmijter.
Hoe trek je aandacht in een beschouwing?
De aandacht van de lezer trekken Bij een begin vanuit de geschiedenis vertel je in het kort hoe er in het verleden over het onderwerp is gedacht of hoe ermee is omgegaan. Op deze manier maak je de lezer nieuwsgierig naar hoe het tegenwoordig zit en dat is dan meteen het onderwerp van de tekst.
Hoe maak je een bouwplan voor een beschouwing?
In een bouwplan staan alle onderdelen van het beschouwing; de inleiding, het middenstuk en het slot. Het is belangrijk om eerst het bouwplan schematisch in te vullen voordat je begint met schrijven. Met schematisch wordt bedoeld dat met steekwoorden opschrijft wat je in dat onderdeel wilt gaan behandelen.
Hoe begin je met een slot?
In het slot kom je terug op de in de inleiding gestelde vraag of gegeven probleemstelling. Je kan een korte samenvatting geven, je conclusie geven, een afweging maken, een oproep of aanbeveling doen of je verwachtingen uitspreken. Kies de afronding die bij je tekst past.
Welke onderdelen vind je in een probleem Oplossingsstructuur?
In een schema ziet deze structuur er zo uit: Je kunt vaak kiezen uit verschillende soorten oplossingen, om een probleem te verhelpen. Er is een keuzemogelijkheid. Belangrijke signaalwoorden van een probleem zijn: overlast, lastig, knelpunt, moeilijkheid, moeilijke kwestie, vraagstuk, opgaaf, probleem.