Inhoudsopgave
Hoe rond je een getal af op 1 decimalen?
Bij het afronden kijk je naar het tweede getal achter de komma en kijk je of deze 5 of hoger is of lager. Bij 5 of hoger rond je het tweede getal achter de komma naar boven af, bij 4 of lager rond je het getal naar beneden af. Zo wordt 5,24 afgerond op één decimaal 5,2 en 5,25 afgerond op één decimaal 5,3.
Wat betekent Rond af op twee decimalen?
Als je afrondt op twee decimalen dan kijk je naar het derde decimaal. Wil je afronden op drie decimalen, dan kijk je naar het vierde decimaal. Je kijk dus altijd naar het eerstvolgende decimaal. Is dit decimaal een 4 of lager, dan rond je af naar beneden.
Hoe rond je af op een honderdduizendtal?
Als je af moet ronden op honderdduizendtallen, dan moet je eerst kijken naar het getal rechts van het honderdduizendtal. Dat getal is een 5. Bij het afronden gelden altijd deze regels: Is het getal een 4 of lager, dan rond je af naar beneden.
Wat is het tweede cijfer van een getal?
Het tiental is het tweede cijfer, gezien van rechts naar links, van een getal. (Neem 12, dan is 1 het tiental.) Dan, als dat getal tussen 0-4 ligt, laat je het af te ronden cijfer onveranderd; als het tussen 5-9 ligt, rond dan dit cijfer 1 omhoog af. Hier zijn een aantal voorbeelden: 12 –> 10. 114 –> 110.
Wanneer moet je een som doorrekenen met een getal?
Als je een som hebt waarbij je moet doorrekenen met een getal, rond je pas af aan het einde van de opdracht. Anders kan je op een heel ander antwoord uitkomen, waardoor je de opdracht fout maakt. De meest gebruikte manier is afronden op 1 decimaal. Dat betekent afronden op 1 cijfer achter de komma. Het getal 10,67 wordt dan 10,7.
Hoe kijk je een getal af op het volgende tiental?
Rond een getal af op het volgende tiental. Om dit te doen kijk je naar het getal aan de rechterkant van het tiental. Het tiental is het tweede cijfer, gezien van rechts naar links, van een getal. (Neem 12, dan is 1 het tiental.)