Hoe kun je zien of een stof hydrofiel is?

Hoe kun je zien of een stof hydrofiel is?

Hydrofoob betekent letterlijk “bang voor water”. Een hydrofobe stof is dus bang voor water, oftewel watervrezend. Hydrofobe stoffen lossen niet of nauwelijks op in water. Voorbeelden van hydrofobe stoffen zijn vetten en oliën, deze zijn per definitie hydrofoob.

Wat zijn apolaire solventen?

Stoffen waarbij de moleculen overal elektrisch neutraal zijn, heten apolair. Het blijkt dat polaire stoffen goed oplosbaar zijn in polaire oplosmiddelen, terwijl apolaire stoffen goed oplosbaar zijn in apolaire oplosmiddelen. Suiker is een polaire stof en daarom goed oplosbaar in water.

Waarom zijn stoffen apolair?

Als moleculen symmetrisch zijn worden de ladingen onderling opgeheven. Het molecuul is dan apolair. Als een molecuul niet symmetrisch is worden de ladingen niet opgeheven en krijg je een polair molecuul. Dit molecuul is niet symmetrisch, er wordt niet overal even hard getrokken aan het Ge-atoom.

Is zuur hydrofoob?

Stoffen die niet goed oplossen in water worden hydrofoob genoemd, stoffen die goed oplossen hydrofiel. Een voorbeeld van een hydrofiele stof is natriumchloride (keukenzout). Zuren en basen worden vaak als waterige oplossing in de handel gebracht.

Is methaan polair?

Verbindingen met een polair en een apolair deel zijn amfifiel. Een voorbeeld van een apolaire verbinding is methaan (CH4). Methaan is een apolaire verbinding omdat de (relatief positieve) waterstofatomen symmetrisch rondom het centrale koolstofatoom gegroepeerd zijn. Koolwaterstoffen zijn over het algemeen apolair.

Is methanol polair?

Alkanolen met kleine moleculen zijn dus heel polaire vloeistoffen. Methanol, ethanol en propanol zijn in alle verhoudingen mengbaar met water. Wordt de apolaire staart groter, dan neemt de oplosbaarheid in water af. Belangrijk zijn ook de waterstofbruggen.

Waarom lossen polaire stoffen goed op water?

Water is bijvoorbeeld een polaire stof, omdat zijn twee waterstofatomen een positieve deellading en zijn zuurstofatoom een negatieve deellading heeft. Een simpele kijk op de oplosbaarheid geeft het zinnetje ‘like dissolves like’ aan. Dit wil zeggen dat de stof graag oplost in een oplosmiddel met gelijke polariteit.