Hoe gedragen moleculen zich in een vloeibare stof?
Bij vloeistoffen zijn de moleculen niet geordend en hebben ze geen vaste plaats. Ook in vloeistoffen zijn de moleculen steeds in beweging. Ze kunnen langs elkaar bewegen en door de vloeistof ‘zwerven’. De intermoleculaire ruimte is bij vloeistoffen meestal iets groter dan bij vaste stoffen.
Hoeveel liter per mol?
Het molair volume is het volume van 1 mol ideaal gas bij een bepaalde temperatuur en druk. Met dit molair volume kan dus het volume van een bepaalde hoeveelheid mol gas of het aantal mol in een bepaald volume gas worden berekend. Het molair volume bij 0 °C (273,15 K) en 1 atm druk is 22,41 L/mol.
Hoe weet je de fase van een stof?
Er worden afkortingen gebruikt voor de verschillende stoffen. Een vaste toestand geef je aan met (s), van het Engelse solid. De vloeibare toestand geef je aan met (l), van het Engelse liquid. De gasvormige toestand geef je aan met een (g).
Welke elementen zijn vloeibaar?
Kwik is het enige metaal uit het periodiek systeem dat bij kamertemperatuur (ca. 20 °C) vloeibaar is. Er zijn enkele metalen (gallium, cesium, rubidium) waarvan het smeltpunt weinig hoger ligt. Broom (geen metaal) is het enige andere element dat bij kamertemperatuur vloeibaar is.
Wat gebeurt er met de moleculen als je de stof zuivert?
Wat gebeurt er als je een stof zuivert? Je selecteert de moleculen van een stof. Je zorgt ervoor dat moleculen van hetzelfde soort bij elkaar komen. Bij het zuiveren van suiker wil je alleen de suikermoleculen overhouden de andere moleculen haal je weg.
Hoe gaan moleculen kapot?
Atoombindingen zijn heel sterk en kunnen alleen kapot gaan als er een bepaalde chemische reactie plaatsvindt waarbij de bindingen los van elkaar komen te zitten. Alle stoffen hebben drie verschillende fases: vast (s), vloeistof (l) en gas (g). Onder het smeltpunt is een stof vast, bij water is dit bijvoorbeeld ijs.
Kunnen moleculen in een vaste fase bewegen?
In de vaste fase zitten de moleculen dicht op elkaar, trillen een beetje en bewegen niet van hun vaste plek. In de vloeibare fase zitten de moleculen iets verder uit elkaar en ze kunnen vrij door de vloeistof bewegen. In de gas fase zitten de moleculen heel ver uit elkaar.