Inhoudsopgave
- 1 Hoe bereken je een oppervlak van een driehoek?
- 2 Hoe bereken je volume driehoek?
- 3 Wat is de zijde van de driehoek tegenover de rechte hoek?
- 4 Hoe weet je de basis van een driehoek?
- 5 Hoe reken je een hoogtelijn uit?
- 6 Hoe herken je een hoogtelijn?
- 7 Wat is een gelijkzijdige driehoek?
- 8 Is de lengte van de rechthoek gelijk aan de hoogte van de driehoek?
Hoe bereken je een oppervlak van een driehoek?
oppervlakte driehoek = (basis x hoogte) : 2.
Hoe bereken je volume driehoek?
Het berekenen van het volume van een driehoekig prisma. Schrijf de formule op voor het vinden van het volume van een driehoekig prisma. De formule is V = 1/2 x lengte x breedte x hoogte.
Wat is de omtrek van een driehoek?
De omtrek van een driehoek berekenen als de lengtes van alle zijden gegeven zijn 1 Leer de formule voor het vinden van de omtrek. De formule is: A + B + C = X waarbij A, B, en C de lengtes van de zijden voorstellen en X de omtrek.
Wat is de formule voor de omtrek?
Leer de formule voor het vinden van de omtrek. De formule is: A + B + C = X waarbij A, B, en C de lengtes van de zijden voorstellen en X de omtrek. Deze formule betekent eigenlijk dat je, om de omtrek van een driehoek te bepalen, je de lengtes van de drie zijden bij elkaar op moet tellen.
Wat is de zijde van de driehoek tegenover de rechte hoek?
De zijde van de driehoek tegenover die rechte hoek is altijd de langste zijde, die de hypotenusa of de schuine zijde wordt genoemd. Rechthoekige driehoeken duiken regelmatig op in wiskundeproefwerken, maar gelukkig is er een zeer handige formule om de lengte van onbekende zijde te berekenen! 2 Ken de stelling van Pythagoras.
Hoe weet je de basis van een driehoek?
Zoals je ziet hebben we hier een rechthoekige driehoek met een schuine zijde van 13 en een rechthoekszijde van 12. De vraag is hier om AC te berekenen. Volgens Pythagoras geldt de formule: AB2 + AC2 = BC2.
Wat is Scherphoekige driehoek?
scherpe (scherphoekige) driehoek: alle hoeken zijn kleiner dan 90 graden. rechthoekige driehoek: een van de hoeken is 90 graden. stompe (stomphoekige) driehoek: een van de hoeken is groter dan 90 graden.
Hoe bereken je de oppervlakte van een cilinder?
Vuistregels
- Diameter = d.
- Straal = r.
- d = 2 · r.
- Hoogte = h.
- Oppervlakte cirkel = π · r 2
- Oppervlakte cilinder = 2 · π · r 2 + π · d · h.
Hoe reken je een hoogtelijn uit?
De lengte van de verschillende hoogtelijnen kunnen we berekenen met de onderstaande formules: hc = a * sin(hoek B) Voor wat betreft de hoogte van een driehoek kunnen we het volgende stellen: De driehoogtelijnen van een driehoek snijden elkaar in het hoogtepunt.
Hoe herken je een hoogtelijn?
Een hoogtelijn is een lijn die vanuit een hoekpunt loodrecht op de overstaande zijde staat. Een driehoek heeft ook 3 hoogtelijnen. Als je alle drie de lijnen tekent zul je wederom zien dat deze door 1 punt gaan. Dit is het hoogtepunt.
Wat zijn de driehoeken van een driehoek?
De beide hoeken die aan de derde zijde grenzen (de basishoeken) zijn aan elkaar gelijk. gelijkzijdige driehoek: alle zijden zijn even lang. De drie hoeken zijn ook even groot, namelijk 60°. Verder is vanuit ieder hoekpunt de zwaartelijn tevens de bissectrice en de hoogtelijn.
Wat is De oppervlakte van een driehoek?
We kunnen de oppervlakte van een driehoek dus als volgt in een formule schrijven: Oppervlakte driehoek = (BASIS x HOOGTE)/2 Hierbij is de basis één van de zijden van de driehoek. De hoogte van de driehoek wordt bepaald door een lijn die loodrecht op de basis staat en uitkomt in de tegenoverliggende hoek.
Wat is een gelijkzijdige driehoek?
In het laatste geval is de driehoek gelijkzijdig (elke gelijkzijdige driehoek is ook gelijkbenig). De beide hoeken die aan de derde zijde grenzen (de basishoeken) zijn aan elkaar gelijk. gelijkzijdige driehoek: alle zijden zijn even lang. De drie hoeken zijn ook even groot, namelijk 60°.
Is de lengte van de rechthoek gelijk aan de hoogte van de driehoek?
Eenvoudig gezegd bereken je dus eerst de oppervlakte van de rechthoek en neem je daar de helft van. Nu is de lengte van de rechthoek gelijk aan de lengte van de zijde die de basis is van de driehoek en de breedte van de rechthoek is gelijk aan de (bij de basis horende) hoogte van de driehoek.