Hoe bereken je breuken met delen?

Hoe bereken je breuken met delen?

Bij het delen van een breuk door een breuk kan je vermenigvuldigen met het omgekeerde. Wissel het deelteken met het vermenigvuldigingsteken en wissel de teller en de noemer om van de tweede breuk.

Hoe heten de delen van een breuk?

Een breuk wordt genoteerd met de teller en de noemer gescheiden door een breukstreep, een horizontale (12) of een schuine streep (1⁄2) (in lopende tekst ook als 1/2). De teller is het getal boven de streep. De teller geeft aan, telt, hoe vaak de noemer voorkomt. In de breuk 35 is 3 de teller.

Hoe maak je van een heel getal een breuk?

Om het hele getal in een breuk te veranderen, hoef je er alleen maar het getal 1 onder te zetten. Het hele getal wordt de teller, en de 1 wordt de noemer van de breuk. 4/1 is hetzelfde als 4, want je laat alleen maar zien dat je 4 keer het getal “1” bedoelt. Nu wordt de som dus 2/3 ÷ 4/1.

Hoe deel je een breuk door 2?

Twee breuken op elkaar delen is hetzelfde als de eerste breuk met het omgekeerde van de tweede breuk te vermenigvuldigen. De eerste stap is daarom om het omgekeerde van de tweede breuk te bepalen (waarbij de teller en de noemer van plaats gewisseld zijn). Daarna vermenigvuldig je de twee tellers.

Hoe deel je breuken?

Hoe deel je breuken? Wanneer je door breuken deelt, vermenigvuldig je met het omgekeerde. Er zijn echter verschillende soorten sommen, namelijk: Een heel getal delen door een breuk 6 : 1/3 =. Een breuk delen door een heel getal 1/2 : 4 =. Een breuk delen door een breuk 1/2 : 1/4 =. In deze voorbeelden gaan we niet uit van hele getallen met breuken.

Hoe doe je het delen van een breuk?

Het delen van een breuk door een breuk kan eerst wat verwarrend overkomen, maar is in wezen reuze eenvoudig. Het enige dat je hoeft te doen is het omkeren van de onderste of tweede breuk, om vervolgens beide breuken met elkaar te vermenigvuldigen!

Wat is het omgekeerde van een breuk?

Het omgekeerde van een breuk is wat het zegt, eenvoudig het verwisselen van de teller en de noemer. Zo meteen gaan we breuken delen door breuken middels de vermenigvuldiging met het omgekeerde van de noemer, maar nu bekijken we eerst een paar omgekeerden van breuken: Het omgekeerde van 3/4 is 4/3. Het omgekeerde van 7/5 is 5/7.

Hoe vermenigvuldigen we de breuken?

Vermenigvuldig de breuken. Eerst vermenigvuldigen we de tellers van de twee breuken met elkaar: 2 * 7 = 14. 14 is de teller van je antwoord. Daarna vermenigvuldigen we de noemers van de twee breuken met elkaar: 3 * 3 = 9. 9 is de noemer van je antwoord. Nu weet je dat 2/3 * 7/3 = 14/9.