Inhoudsopgave
Wat doe je als een bewoner valt?
Stappenplan valincident
- Zorgverlener verleent direct hulp; bij (vermoeden op) letsel wordt de arts ingeschakeld.
- Samen met de cliënt (en/of familie) worden de vervolgacties afgesproken.
- Het valincident wordt genoteerd in het zorgleefplan evenals de vervolgacties die (multidisciplinair) worden afgesproken met de cliënt.
Wat als je steeds valt?
Als u duizelig, snel uit balans en daardoor bang bent om te vallen neem dan contact op met uw huisarts. Uw huisarts kan onderzoeken welke factoren er mee spelen bij uw valrisico en u gerichte adviezen geven om het valrisico te verkleinen. Een arts kan kijken of er een lichamelijk oorzaak is dat u veel valt.
Welke onderzoeken doet de huisarts?
Als uit een afspraak blijkt dat de huisarts meer informatie nodig heeft om je gezondheidsklachten op te lossen, vindt er mogelijk vervolgonderzoek plaats. Voorbeelden van onderzoeken waarbij je bij DocLine terecht kunt zijn: bloedonderzoek, urineonderzoek, een longfunctietest of teledermatologie.
Waaruit bestaat een Valrisicotest?
Met de korte Valrisicotest stelt een eerstelijns zorgverlener vast of de oudere een verhoogd valrisico heeft. Als er sprake is van een verhoogd valrisico volgt een uitgebreide screening met behulp van de Valanalyse, waaruit op maat adviezen en doorverwijsmogelijkheden voortkomen.
Waarom vallen oude mensen?
Oorzaken van het vallen Lichamelijk oorzaken zijn onder andere duizeligheid, bloedarmoede, artrose en zichtproblemen. Een val kan ook veroorzaakt worden door de omgeving, zoals natte vloeren, kleedjes of gebrek aan de juiste hulpmiddelen.
Waarom valt iemand uit bed?
Zij merken alleen ’s morgens vroeg dat ze niet zijn uitgeslapen. Er zijn verschillende oorzaken waarom je in je bed ligt te woelen als je eigenlijk moet slapen. Een (te) hoge werkdruk, persoonlijke problemen, sociale verplichtingen of een slechte slaaphouding zijn enkele voorbeelden.
Wat wordt er onderzocht bij een medische keuring?
De arts kijkt naar het suiker- en cholesterolgehalte en vaak wordt het bloed getest op HIV. In de urine kijkt de arts naar het eiwit- en suikergehalte. Naar aanleiding van de vragenlijst of op aanvraag van de patiënt kan de test uitgebreid worden. De arts kan enkele oog- en gehoortesten doen.