Welke omschrijvingen horen bij reflecteren?
Bij reflecteren:
- Omschrijf je de situatie en omgeving.
- Onderzoek je je gedrag.
- Stel je vragen over je eigen vaardigheden.
- Achterhaal je je motivatie of overtuigingen.
- Sta je stil bij je identiteit.
- Is er oog voor je dieperliggende drijfveren.
Wat zijn Reflectiemethoden?
Starr-reflectie De Starr-methode wordt het meest gebruikt om te reflecteren op jezelf. Met deze manier van zelfreflectie kijk je naar jouw taak in een geheel, je acties die je onderneemt en het resultaat ervan. Deze reflectiemethode is heel effectief en werkt in 5 stappen: situatie, taak, actie, resultaat en reflectie.
Hoe schrijf je een kritische evaluatie?
Hierbij gaat het vooral om een kritische blik op je eigen onderzoek: hoe zou ik het een volgende keer doen? Als ik het over kon doen, wat zou het onderzoek dan beter hebben kunnen maken? Dit heeft allemaal te maken met de validiteit van je onderzoek. Heb je nu daadwerkelijk gemeten wat je wilde meten?
Het draait hierbij om het terugkijken op eigen ervaringen om daarvan te kunnen leren. Zelfreflecteren betekent dat je jezelf een spiegel voorhoudt om zo stil te staan bij hoe je bijvoorbeeld werkt, welke keuzes je daarbinnen maakt, welke vaardigheden je inzet en hoe dat voelt. Het draait bij reflectie altijd om jou.
Hoe schrijf je een reflectieverslag?
Je bespreekt je sterke en zwakke eigenschappen en je eigen ontwikkeling. Voor veel opleidingen schrijf je regelmatig een reflectieverslag; meestal na een stage of voor een assessment. Vaak gebruik je hiervoor een model zoals de STARR-methode, het model van Korthagen of het ABCD-reflectiemodel.
Hoe leer je reflecteren?
Door te reflecteren leer je begrijpen: 1 waarom je op een bepaalde manier gereageerd of gehandeld hebt, 2 hoe je je hierbij voelde, 3 waar dat gevoel vandaan komt, 4 of je hier vaker mee te maken hebt, 5 en hoe je bepaald gedrag zou kunnen verbeteren.
Is reflecteren hetzelfde als evalueren?
Reflecteren is niet hetzelfde als evalueren. Als je een situatie evalueert kijk je alleen naar hoe de situatie is verlopen, hoe je hebt gehandeld, wat goed ging en wat je anders zou doen. Bij reflecteren daarentegen ga je in op het ‘waarom’ (een situatie zo is verlopen, je zo gehandeld hebt, etc.) en op je gevoel.