Inhoudsopgave
Waar komt de spreuk rijke stinkerd vandaan?
Stinkend rijk Zo schreef Justus van Effen in 1734 dat iemand “stinkend veul” van een vrouw hield. Rijke stinkerd zou dan een soort omdraaiing zijn van stinkend rijk. Ook kwam vroeger de uitdrukking stinken van het geld voor. Daarmee werd bedoeld: ‘zó veel geld hebben, dat je er als het ware naar stonk’.
Waar komt je stinkende best doen vandaan?
De herkomst daarvan is overigens omstreden. We kennen deze uitdrukking pas sinds 1930. Het radioprogramma De Taalstaat zette 2019 uiteen dat we je stinkende best doen danken aan de wijze waarop wij de “zindelijkheidstraining van kinderen” aanpakken.
Wat betekent stinkerd?
iemand die stinkt; stinkend persoon. Ook gebruikt als scheldwoord. 2) vervelend persoon. vervelend persoon; onaangenaam persoon.
Wat betekent Eigen lof?
D.w.z. de lof, dien men zich zelf toezwaait, wordt niet geacht, eig. staat in een slechten reuk; men moet zich zelf niet prijzen (zie Spreuken 27, vs. 2).
Wat betekent Eigen lof stinkt?
Wat betekent Ze stinken een uur in de wind?
Stank kan grote afstanden afleggen. Iemand die EEN UUR IN DE WIND STINKT kun je al op vijf à zes kilometer afstand waarnemen; het hangt ervan af hoe snel je loopt. Afstanden werden vroeger vaak in uren gaans uitgedrukt: het aantal uren dat je te voet onderweg bent.
Waar komt woord kakker vandaan?
De herkomst van het woord kakker was – voor mij – verrassend. Een kakker is een beeldje van een mannetje dat zijn behoefte doet en de eigenaar rijkdom zou brengen. De beeldjes komen uit Catalonië en heten daar Caganer.
Wat is stank voor dank?
D.w.z. ondank in de plaats van dank; syn.: stront voor dank (V. Schothorst, 115; H. v.Z. 62; Kmz.
Waar komt kouwe kak vandaan?
Er waren namelijk mensen die net deden alsof ze rijk waren en zeiden dat ze een ‘kakstoel’ hadden. Maar eigenlijk moesten ze hun behoefte gewoon doen in een klein hokje in de buitenlucht! Men noemde iemand dus ‘kouwe kak’ als die persoon zich beter voor wilde doen dan hij was.
Wat betekent kale kak?
(1901) (inf.) vertoon van deftigheid, bluf; veel praats. Ook van toepassing op personen die zich al te deftig gedragen.
Wat een kouwe kak?
Wat is kouwe kak?
Waar komt kak vandaan?
kak [drek] {cac 1376-1400} afgeleid van kakken; in de betekenis ‘omslag, drukte’ valt ook te denken aan kakelen.