Hoe heet zo n vertakte riviermonding?
Een aftakking is een rivier die zich aftakt van een andere rivier (de hoofdstroom). Wanneer een aftakking via een aparte monding uitmondt in zee en een eigen stroomgebied heeft, wordt gesproken van een bifurcatie.
Waarom meandert de Rijn in Nederland nauwelijks?
Doordat het water hier minder materiaal afzette, lagen deze gebieden van nature een of twee meter lager dan de stroomruggen. Deze lage gebieden worden als ‘kom’ aangeduid en bestaan uit zware, dichte, en door de lage ligging meestal natte klei. Bewoning was hier niet mogelijk.
Welke kenmerken horen bij de benedenloop van een rivier?
Kenmerkend voor de benedenloop is het kleine verhang (kleiner dan 0,1 m/km) en de monding in zee. Veel sediment dat door de rivier is meegenomen wordt hier neergelegd. Vaak splitst een rivier zich in de benedenloop in meerdere takken, en vormt zo een delta. De tegenhanger van de benedenloop is de bovenloop.
Hoe stroomt de rivier in de buitenbocht?
Een rivier stroomt niet overal even snel. In de buitenbocht stroomt ie het snelst. Het zand en grind dat in het water zit, botst daar hard tegen de oever, waardoor er stukken van de oever afbreken. Beetje bij beetje wordt de buitenbocht dus steeds groter. In de binnenbocht gebeurt het tegenovergestelde.
Wat zijn de uiterwaarden van de rivieren in ons land?
Ook bij de rivieren die door ons land stromen. De Maas overstroomt zijn uiterwaarden bij hoogwater en zet er klei af. Zo heeft de Rijn bij binnenkomst in ons land nog een stroomsnelheid van ongeveer 1,5 m/s. Het is net voldoende om nog wat licht grind aan te voeren. Zwaarder grind is al in Duitsland blijven liggen.
Wat zijn de voordelen van stromend water?
Rivieren hebben een grote invloed op het landschap waar ze doorheen stromen. Ze breken materiaal af, transporteren het en zetten het ergens anders weer af. Dit alles is te danken aan het dragende vermogen van water. Stromend water heeft voldoende energie om klei, zand en zelfs grind mee te voeren.