Inhoudsopgave
Hoe los je een goniometrische vergelijking op?
Als je goniometrische vergelijking van de vorm a sin 2(x) + b sin(x) + c = 0 is (weer hetzelfde met de cosinus), moet je een substitutie gebruiken. Zo krijg je een formule van de vorm a u 2+ b u + c = 0. Deze kan je dan oplossen als een ‘gewone’ kwadratische vergelijking, met de product-som-methode of de abc-formule.
Hoe werkt Sin Cos Tan?
SOS houdt in: Sinus is Overstaande zijde gedeeld door de Schuine zijde. CAS houdt in: Cosinus is Aanliggende zijde gedeeld door de Schuine zijde. TOA houdt in: Tangens is Overstaande zijn gedeeld door de Aanliggende zijde.
Hoe bepaal je de periode van een goniometrische functie?
We tekenen eerst een goniometrische cirkel met een hoek a (eindbeen van deze hoek snijdt de cirkel in punt D). We weten ondertussen dat de Y-coördinaat van punt D de waarde van de sinus weergeeft. Als we de hoek nu het interval [0, 360°] laten doorlopen, krijgen we één periode van de sinusfunctie te zien.
Hoe werkt de exacte waarden cirkel?
De cosinus is de x-waarde (dus de eerste waarde tussen de haakjes) en de sinus is de y-waarde (de tweede waarde). Je kunt de tangens vervolgens berekenen door tan = sin/cos. De cosinus is altijd negatief aan de linkerkant van de cirkel, dus tussen ½ π en 1 ½ π. Deze is dus positief tussen 0 en π en tussen π en 2π.
Hoe ga je van COS naar Sin?
cos(A) = sin(A + ½π)
Hoe bepaal je de periode van een periodieke functie?
In de wiskunde is de periode van een functie de grootte van het kleinste interval waarover de functiewaarden zich herhalen. De periode wordt in veel gevallen aangeduid met het symbool. Indien een dergelijk getal bestaat, wordt die functie periodiek genoemd.
Hoe periode bepalen?
Vuistregels
- Periode = de kortste tijd totdat de grafiek (het verschijnsel) zich weer begint te herhalen.
- Evenwichtsstand=Hoogste waarde + Laagste waarde2.
- Amplitude = Hoogste waarde – Evenwichtsstand.
Wat bereken je met de sinus?
Met behulp van de sinus, cosinus of tangens kan je een hoek of de lengte van een zijde berekenen. Als een driehoek geen rechte hoek heeft (dus van 90°), dan kunnen sinus, cosinus en tangens niet gebruikt worden om de hoek of een zijde van die driehoek te berekenen.