Waar wordt meetkunde voor gebruikt?

Waar wordt meetkunde voor gebruikt?

Onder de opmerkelijke prestaties vindt men de formules voor het berekenen van lengten, oppervlakten en inhoud (volume), zoals de stelling van Pythagoras, omtrek en oppervlakte van een cirkel, oppervlakte van een driehoek, het volume van een cilinder, sfeer of piramide.

Wat valt onder meten en meetkunde?

Bij meetkunde gaat het om het beschrijven en verklaren van ons omringende eigenschappen. Zoals plattegronden, richtingen, routes, schaduwen, projecties, symmetrieën, patronen enz. Ruimtelijk redeneren valt binnen meetkunde.

Wat betekent Euclidisch?

Het begrip euclidisch verwijst naar de ruimte zoals deze in de Elementen van Euclides door axioma’s en postulaten wordt beschreven (zie ook euclidische meetkunde).

Wat is meetkunde op de basisschool?

De meetkunde van de basisschool legt de basis voor praktische vaardighe- den als kaartlezen en het lezen van technische tekeningen, maar ook voor vaardigheden die leerlingen nodig hebben in andere vakken, zoals het ma- ken van een tekening of schets om iets uit te kunnen leggen.

Wat zijn meetkundige begrippen?

Meetkundige begrippen Klein(ste) = iets dat niet groot is, een kleine muis. Groot(ste) = iets dat niet klein is, een grote olifant. Lang(ste) = iets dat niet kort is, een lange giraf met een lange nek. Kort(ste) = iets dat niet lang is, een korte broek met korte broekspijpen.

Welk deel van de wiskunde meet de driedimensionale?

Euclidische ruimte = In de meetkunde, een deelgebied van de wiskunde, is de Euclidische ruimte het Euclidische vlak en de driedimensionale ruimte binnen de Euclidische meetkunde, alsmede de veralgemeningen van deze begrippen naar hogere dimensies…

Wat is een meetkundig verband?

v. (-s), 1. geometrie, onderdeel van de wiskunde waarin de ligging en de uitgebreidheid van ruimtelijke voorwerpen (lijnen, oppervlakken, lichamen) onderzocht worden in hun onderling verband en volgens wiskundige methoden; 2.

Wat is meetkunde kleuters?

De doelen rond het beschrijven van de plaats van objecten, het kunnen beschrijven van een route, het werken met plattegronden en het kunnen redeneren over eenvoudige meetkundige problemen rond oriënteren en lokaliseren komen in het instrument aan bod.