Inhoudsopgave
Wat zijn diepe leeractiviteiten?
In dit onderzoek is diep leren gedefinieerd als betekenisvol leren: leren waarbij de leerling nieuwe kennis en vaardigheden bewust integreert in de kennis en vaardigheden die hij/zij al heeft (Novak, 2002). Om diep te leren voert een leerling cognitieve leeractiviteiten uit.
Wat is een leeractiviteit?
De activiteiten, die studenten in en buiten de contactmomenten stellen om te leren, noemen we leeractiviteiten. Voorbeelden van leeractiviteiten zijn: verbanden leggen, een probleem analyseren, hoofd- van bijzaken onderscheiden, een voorbeeld zoeken.
Hoe leer je verbanden te leggen?
Hoe werkt het?
- Stel je voor hoe de begrippen op elkaar ingrijpen.
- Zoek overeenkomstige eigenschappen.
- Bedenk een context waarin overeenkomstige aspecten logisch op elkaar kunnen ingrijpen.
- Plaats de begrippen in die context.
- Versterk hun verbindingen.
Hoe associeer je?
Als je associeert, leg je een verbandtussen nieuwe informatie en iets dat je al weet. Bijvoorbeeld een naam bij een gezicht. Door het verband kun je de nieuwe informatie beter onthouden.
Wat zijn verbanden leggen?
Verbanden leggen vormt de kern van begrijpend lezen. Wanneer deze strategie centraal staat, worden leerling aangespoord bewust stil te staan bij verbanden tussen de informatie in verschillende tekstdelen en tussen de tekst en hun eigen kennis.
Wat is een associatie oefening?
Als je associeert leg je verbanden tussen twee bekende items. Hierdoor kom je tot nieuwe ideeën, of wordt het makkelijker om informatie te onthouden. Een hoop brainstormtechnieken maken gebruik van ons associatief vermogen.
Waar moet een leerdoel aan voldoen?
Een leerdoel moet altijd aangeven wat er aan het einde van een eenheid of les van de leerlingen wordt verwacht qua vaardigheden. Voorwaarde is het tweede kenmerk. Een goed leerdoel geeft een overzicht van de voorwaarden waaronder een student wordt verondersteld genoemde taak uit te voeren.
Wat leer je van lesgeven?
Leren lesgeven kun je vergelijken met leren autorijden. In het begin zijn alle handelingen veel te veel om tegelijk te doen. Je leert eerst sturen, dan gas geven/remmen, vervolgens schakelen en vervolgens leer je ook nog goed om je heen te kijken en natuurlijk het kijken over de beruchte schouder.