Inhoudsopgave
Welke spinnen maken een web?
Spinnen als de kruisspin hebben zich meer op vliegende prooien gespecialiseerd en bouwen het web aan de toppen van planten. De wespspin daarentegen jaagt op sprinkhanen en maakt een web dicht bij de bodem. De spin produceert de draden voor het web zelf, dit materiaal wordt spinsel genoemd.
Welke spin bijt in Nederland?
50.000 beschreven spinnensoorten zijn er maar enkele waarvan de beet echt gevaarlijk kan zijn voor de mens. Geen van deze soorten komt in Nederland of België voor. Hier komt wel de gerande oeverspin (grote, kleine) voor. Daarvan is de beet zeer onaangenaam, vergelijkbaar met een wespensteek.
Hebben alle spinnen een web?
Van alle soorten die hun prooi vangen met behulp van spinsel, maakt het overgrote deel een spinnenweb, maar er zijn ook hier weer uitzonderingen. Voorbeelden van soorten die wel een spindraad produceren om een prooi te vangen maar geen web maken zijn de soorten uit de geslachten Mastophora en de familie lijmspuiters.
Welke soorten spinnen maken een spinnenweb?
Spinnen die een spinnenweb maken vangen vooral vliegen en muggen, vliegende kevers als lieveheersbeestjes en net- en grootvleugeligen. De vorm en positie van het web hangt samen met de prooikeuze van de spin. Spinnen als de kruisspin hebben zich meer op vliegende prooien gespecialiseerd en bouwen het web aan de toppen van planten.
Wat is een spinnenweb?
Een spinnenweb is een door spinnen gemaakte constructie bestaande uit spinsel – ook wel spinrag genoemd – dat meestal dient als vangnet voor vliegende of springende prooien. Een spinnenweb heeft typische eigenschappen. De draden zijn zo dun dat ze niet worden opgemerkt door vliegende insecten.
Waarom vangt een spin insecten?
Een spin vangt insecten doordat zij een kleverig web maakt: insecten blijven hier makkelijk in vast plakken. Op deze manier krijgt de spin de kans op het insect toe te snellen en hem te verlammen of in te draaien. Waarom een spin niet zelf aan zijn eigen web blijft kleven, komt doordat niet alle draden kleverig zijn.