Inhoudsopgave
Welke delen van een atoom zijn negatief geladen?
Een atoom bestaat uit subatomaire deeltjes: een uiterst kleine, positief geladen atoomkern, die is opgebouwd uit protonen, positief geladen deeltjes, en neutronen (niet geladen), met daaromheen een wolk van elektronen, die negatief geladen zijn.
Wat betekent het als een kern instabiel is?
Radioactieve stoffen bevatten te veel neutronen in de atoomkern ten opzichte van het aantal protonen. Dat maakt de atomen instabiel, wat ze herstellen door straling uit te zenden. De soort straling hangt af van de grootte van het atoom.
Hoe vervalt een atoomkern?
Van de elementen met een atoomnummer hoger dan 82 bestaan geen stabiele isotopen. Over het algemeen zijn oneven-oneven-isotopen erg instabiel waardoor ze op Aarde vrijwel niet voorkomen. Ze vervallen meestal door bètaverval of door elektronenvangst naar een even-even-isobaar.
Welke delen van een atoom zijn positief geladen?
Opbouw van het atoom De atoomkern is zwaar en heeft een positieve lading, maar is opgebouwd uit twee delen: neutronen en protonen. Protonen hebben een positieve lading en zijn meer dan 1000 keer zwaarder dan elektronen. Neutronen zijn neutraal geladen en een heel klein beetje zwaarder dan protonen.
Hoe weet je of een kern stabiel of instabiel is?
Om stabiel te zijn moet een kern onder andere minder dan 84 protonen hebben en ook een juiste verhouding van protonen/neutronen hebben. Atomen met minder dan 20 protonen hebben in hun stabiele isotopen meestal evenveel protonen als neutronen.
Waarom is een kern instabiel en vervalt het?
Een isotoop van een element is in sommige gevallen instabiel. Een andere verhouding van protonen en neutronen is dan energetisch gunstiger. Om die reden zijn sommige isotopen radioactief: ze vervallen. Bij dat verval schieten geladen deeltjes weg, waardoor het isotoop in een ander element verandert dat stabieler is.
Waarom vervalt een kern?
Radioactiviteit. Als een atoomkern instabiel is bestaat de kans dat hij vervalt. De kern wordt radioactief: hij zendt straling uit en er ontstaat een andere kern. Is die nieuwe kern stabiel dan is het vervalproces afgelopen.