Welke groep zit aan het 3 einde van een streng DNA nucleotiden?

Welke groep zit aan het 3 einde van een streng DNA nucleotiden?

Door twee fosfaatgroepen af te splitsen, komt chemische energie vrij. DNA-polymerase kan alleen aanhaken op een hydroxylgroep aan een 3′-eind.

Welke van de DNA basen passen goed in elkaar?

We onderscheiden vier verschillende basen; adenine (A), thymine (T), cytosine (C) en guanine (G). De strengen die tegenover elkaar liggen, zijn complementair aan elkaar. Dit betekent dat ze precies op elkaar passen. Tegenover een adeninebase ligt altijd een thyminebase en tegenover cytosine ligt altijd guanine.

Hoe vind overerving plaats?

Geslachtsgebonden (X- of Y-chromosomale) overerving Vrouwen hebben twee X-chromosomen (XX). Een dochter krijgt van haar moeder één van de twee X-chromosomen en het X-chromosoom van de vader. Een zoon krijgt van zijn moeder één van de twee X-chromosomen en het Y-chromosoom van de vader.

Hoeveel atomen in DNA?

Een DNA-molecuul (deoxyribonucleinezuur) bestaat uit twee ketens van vele duizenden aan elkaar gekoppelde nucleotiden. Elke nucleotiden bestaat uit een fosfaatgroep, een deoxyribose en een stikstofbase (Fig. 1). De vier stikstofbasen die in DNA voorkomen zijn: adenine (A), guanine (G), thymine (T) en cytosine (C) (Fig.

Welke streng wordt korter bij DNA replicatie?

Elke deling iets korter Er blijft dan aan een van de strengen een stukje DNA over waar geen kopie van kan worden gemaakt, doordat daar geen nieuwe nucleotiden meer kunnen worden aangezet. De nieuw gemaakte streng is daarom korter dan de streng die gekopieerd is.

Hoe worden erfelijke kenmerken van generatie op generatie overgedragen?

Je geeft je DNA over. DNA is een molecuul dat al het erfelijke materiaal van een organisme bevat. Het DNA van beide ouders wordt overgegeven tijdens de bevruchting. Tijdens de bevruchting versmelten twee kernen van geslachtcellen met elkaar.

Hoeveel nucleotiden in DNA?

DNA bevat vier verschillende nucleotiden met de nucleobasen adenine, thymine, guanine en cytosine, die afgekort worden met respectievelijk de letters A, T, G en C.

Welke basen in DNA?

DNA heeft vier verschillende stikstofbasen: cytosine (C), guanine (G), adenine (A) en thymine (T). Deze stikstofbasen vormen vaste paren met elkaar, C-G en A-T. Dit wordt ook wel basenparing genoemd. Cytosine en guanine vormen drie waterstofbruggen als paar.