Hoe is het meten van ferritine per laboratorium?
Belangrijk: Omdat de gebruikte methode voor het meten van ferritine per laboratorium kan verschillen, is hiervoor geen referentiewaarde te geven. Om toch een idee te geven: Men vindt de ferritine over het algemeen normaal tussen de 20 en 250 microgram/L bij mannen en tussen 20 en 100 bij vrouwen.
Wat is de hoeveelheid ferritine in het bloed?
De hoeveelheid ferritine in bloed is een maat voor de hoeveelheid ferritine (en dus de hoeveelheid ijzer) in de lever en het beenmerg. IJzer is nodig voor de aanmaak van rode bloedcellen (hemoglobine) in het beenmerg. Als het lichaam te weinig ijzer heeft, zal eerst de reservevoorraad in de vorm van ferritine opgemaakt worden.
Hoe hoog is de ferritinegehalte?
Men vindt de ferritine over het algemeen normaal tussen de 20 en 250 microgram/L bij mannen en tussen 20 en 100 bij vrouwen. Een licht verhoogd ferritinegehalte ( tot 400 microgram /Liter) kan worden veroorzaakt door ijzerstapelingsziekte, leverziekte, autoimmuunziekte, ontsteking of meerdere bloedtransfusies.
Wat is licht verhoogd ferritinegehalte?
Een licht verhoogd ferritinegehalte (tot 400 microgram /Liter) kan worden veroorzaakt door ijzerstapelingsziekte, leverziekte, autoimmuunziekte, ontsteking of meerdere bloedtransfusies.
Waarom is ferritine te laag?
Ferritine te laag. Dit wijst op een lage ijzervoorraad. Wanneer er te weinig ijzer in het lichaam beschikbaar is, zal het lichaam de ferritine voorraad aanspreken. Raakt deze voorraad op, dan produceert het lichaam onvoldoende rode bloedcellen en spreek je van bloedarmoede .
Wat is het normale ferritinegehalte van een volwassen man?
Normaal waarde ferritine Het ferritinegehalte van een gezonde volwassen man ligt tussen de 20 en 250 microgram per liter, voor een volwassen vrouw ligt het tussen de 20 en 100 microgram per liter. De ondergrens om bloed te mogen doneren, ligt bij 15 microgram per liter.
Wanneer is ferritine verhoogd?
Wanneer het ferritine gedurende langere periode verhoogd is, heeft dit tot gevolg dat ijzer zich in het weefsel opstapelt. Deze opstapeling vindt met name in de lever, huid, pancreas, hart, gewrichten en geslachtsorganen plaats. Dit kan op termijn aanleiding geven tot een vergrote lever en milt,