Hoe moet je Ongelijknamige breuken delen?

Hoe moet je Ongelijknamige breuken delen?

Methode

  1. Stap 1. Delen door een breuk is vermenigvuldigen met het omgekeerde.
  2. Stap 2. Vermenigvuldig de tellers en noemers met elkaar.
  3. Stap 3. Vereenvoudig indien mogelijk.

Hoe moet je Ongelijknamige breuken vermenigvuldigen?

Je kunt ongelijknamige breuken met elkaar vermenigvuldigen door:

  1. de teller x de teller (onthoud: de teller is het cijfer boven de breukstreep) te doen en.
  2. de noemer x de noemer (onthoud: de noemer is het cijfer onder de breukstreep) te doen.

Hoe maak je een breuk gelijknamig?

Door de teller en de noemer te vermenigvuldigen met hetzelfde getal, maak je een gelijkwaardige breuk. Laat met behulp van taarten zien dat gelijkwaardige breuken even groot zijn. De teller en de noemer zijn met hetzelfde getal vermenigvuldigd.

Hoe kan je een breuk gelijknamig maken?

Dit kan je doen door bij beide breuken, de teller en noemer van die breuk met hetzelfde getal te vermenigvuldigen. De breuken 6/24 en 4/24 zijn gelijknamige breuken. We kunnen de breuken 1/4 en 1/6 ook gelijknamig maken door met andere getallen te vermenigvuldigen.

Hoe kun je breuken bij elkaar optellen?

Om breuken bij elkaar op te tellen, moet je er eerst voor zorgen dat de noemers van beide breuken gelijk zijn. Door bij één of beide breuken de teller en de noemer te vermenigvuldigen met hetzelfde getal (en getal verandert niet als je het met 1 vermenigvuldigd) kun je er voor zorgen dat de noemers van de breuken gelijk worden.

Kan je breuken optellen bij gelijknamige noemers?

Bij gelijknamige noemers kun je breuken optellen door de tellers op te tellen en door de gelijknamige, gemeenschappelijke noemer te delen. Nu de noemers in het voorbeeld gelijk zijn gemaakt, kunnen we de tellers dus bij elkaar optellen en het resultaat van de optelsom luidt dan: 27/45 + 35/45 = 62/45

Wat is een gelijknamige breuk?

Gelijknamige breuken optellen 1/4 + 2/4 = Bij een gelijknamige breuk tel je de tellers (bovenste getallen) op en laat je de noemers (onderste getallen) staan. Dat betekent: 1/4 + 2/4 = 3/4