Waaraan kun je zien dat de weerstand van de gloeidraad niet constant is?

Waaraan kun je zien dat de weerstand van de gloeidraad niet constant is?

Als de weerstand (R) en de spanning (U) gegeven zijn kun je met de wet van Ohm dus gewoon de stroom door het lampje uitrekenen. Maar pas op: Deze weerstand is bij een lampje niet constant. Als de spanning verandert, verandert ook R. Je kunt de stroom dus alleen uitrekenen bij deze spanning.

Waarom is de weerstand van een lamp niet constant?

De Wet van Ohm geldt zolang de weerstand constant blijft. Bij een lampje (ik neem aan dat je een gloeilampje bedoelt) verandert de weerstand. Dat komt doordat de weerstand van heet materiaal groter is dan de weerstand van koud materiaal. Voer je de stroom op, dan zal de weerstand van de gloeidraad toenemen.

Wat gebeurt er met de spanning als de weerstand groter wordt?

Hoe hoger de weerstand van een voorwerp; laten we zeggen een stroomdraad, des te meer energie kost het voor de elektronen om er doorheen te bewegen, en dus wordt de spanning die over de draad staat vanzelf hoger.

Is de weerstand van een gloeilamp constant bij een toenemende spanning?

De weerstand neemt toe met toenemende spanning en stroom. Maar het blijft wel zo dat meer spanning tot meer stroom leidt.

Is de weerstand bij elke stroomsterkte constant?

Ohms-materiaal Een ideale weerstand heeft een constante weerstand bij elke frequentie en is onafhankelijk van de aangelegde spanning of stroom door die weerstand.

Waarom is de weerstand van een gloeilamp niet lineair?

Omdat stroom en spanning zich niet lineair verhouden, bestaat er ook geen lineair verband tussen deze grootheden en het in de weerstand gedissipeerd vermogen. Bovendien is het verband tussen gedissipeerd vermogen en temperatuur van het onderdeel ook niet lineair.

Wat is een constante weerstand?

De wet van Ohm luidt als volgt: De stroomsterkte door een geleider is recht evenredig met het potentiaalverschil tussen de uiteinden. Het quotiënt van spanning en stroomsterkte is dus een constante. Deze constante wordt de weerstand van de geleider genoemd.

Hoe groter de spanning hoe kleiner de weerstand?

Hoe groter de weerstand, hoe kleiner de stroomsterkte. Het apparaat geeft dan minder warmte af. Hoe kleiner de weerstand, hoe groter de stroomsterkte.

Wat gebeurt er met de stroom als u de spanning verhoogt?

Dit verband tussen de spanning, stroom en weerstand is vastgelegd in de wet van Ohm (naar de Duitse natuurkundige Ohm): In een geleider waardoor een elektrische stroom vloeit, is de stroom recht evenredig aan de spanning, en omgekeerd evenredig aan de weerstand.