Welke breuk is gelijk aan 1 5?
Bij het omrekenen van een breuk naar procenten kun je ook gebruik maken van het kommagetal van de breuk: 1/5 deel = 0,2 × 100 % = 20 % 1/3 deel = 0,3333333 × 100 % = 33,33333 % 1/2 deel = 0,5 × 100 % = 50 %
Hoe vergelijk je Ongelijknamige breuken?
Laat de leerlingen bij de ongelijknamige breuken bepalen welke het grootst is. waar of niet waar is, moet je ze eerst gelijknamig maken. Vermenigvuldig eerst de noemers met elkaar en vervolgens vermenigvuldig je kruislings de tellers met elkaar. Nu kun je de breuken met elkaar vergelijken.
Welke breuken zijn gelijk?
Door de teller en de noemer te vermenigvuldigen met hetzelfde getal, maak je een gelijkwaardige breuk. Laat met behulp van taarten zien dat gelijkwaardige breuken even groot zijn. De teller en de noemer zijn met hetzelfde getal vermenigvuldigd. Laat de leerlingen bepalen welke breuken gelijkwaardig aan elkaar zijn.
Hoe kun je zien welke breuk groter is?
Als je wilt weten welke breuk groter is, 2/8 of 5/16, dan kun je het beste de noemers gelijk maken. Je kiest de grootste noemer, 16, als nieuwe noemer. 2/8 schrijf je als 4/16 door de teller en de noemer allebei te vermenigvuldigen met twee.
Hoe reken je een breuk in?
De rekenmachine werkt als volgt: Voer een breuk in door getallen in de tekstvelden te typen. Klik op “Bereken kommagetal”. Kommagetal naar breuk omrekenen
Wat is de algemene regel voor het omrekenen van een breuk?
De algemene regel voor het omrekenen van een breuk naar het bijbehorende percentage is: breuk × 100 = procenten. Dus: 1/5 deel = 1/5 × 100 % = 100/5 % = 20 %. 1/3 deel = 1/3 × 100 % = 100/3 % = 33 1/3 %. 1/2 deel = 1/2 × 100 % = 100/2 % = 50 %. 3/4 deel = 3/4 × 100 % = 300/4 % = 75 %.
Wat is een percentage breuk?
Van procenten naar breuk. Het is eenvoudig om een percentage om te rekenen naar een breuk. De algemene regel is: procenten × 1/100 = breuk. Dus: 1 % = 1/100 deel. 50 % = 50 × 1/100 = 50/100 = 1/2 deel. 95 % = 95 × 1/100 = 95/100 deel. Het percentage kan ook een breuk zijn:
Hoe maak je een breuk zo groot mogelijk maken?
Het “zo klein mogelijk maken” noemt men vereenvoudigen. Om een breuk te vereenvoudigen ga je op zoek naar de grootste gemeenschappelijk deler van de teller en de noemer. Bijvoorbeeld 12/18. De teller (12) en de noemer (18) zijn beide deelbaar door 6 (grootste gemeenschappelijke deler). Als je de teller en de noemer nu door 6 deelt,