Hoe maak ik een zeskant?

Hoe maak ik een zeskant?

Trek een cirkel met de juiste doorsnee en zet daarin steeds (zesmaal) de straal (de halve middellijn) van punt tot punt langs de rand. U zult zien dat het precies past en u krijgt een perfecte zeshoek. Wanneer een van de rechte kantjes ergens op moet aansluiten moet u bij dat lijntje beginnen.

Hoeveel graden is een zeshoek in totaal?

Je hebt 4 van die driehoeken. Dat is in totaal 4·180°=720°. Verdeeld over 6 hoeken geeft dat per hoek precies 120°.

Hoe bereken je een zeshoek?

De oppervlakte van een regelmatige hexagoon met een bekende apothema. Noteer de formule voor het berekenen van de oppervlakte van een hexagoon met een gegeven apothema. De formule is eenvoudig: Oppervlakte = 1/2 * omtrek* apothema. Noteer de apothema.

Hoe meet je een Hexagon?

Een regelmatige zeshoek is een zeshoek met gelijke zijden en gelijke hoeken. Van deze zeshoek is elke zijde 2 cm. De omtrek ervan is dus gemakkelijk 6⋅2=12 6 ⋅ 2 = 12 cm, gewoon de totale lengte van alle zijden samen.

Wat betekent Hexagon?

Een hexagon is een zeshoek, of eigenlijk een regelmatige zeshoek. Een regelmatige zeshoek wil zeggen dat alle kanten hetzelfde zijn. Doordat je een hexagon met een liniaal en passer kunt tekenen, valt het onder de geometrische vormen.

Wat is een ingeschreven regelmatige zeshoek?

Een regelmatige zeshoek is een regelmatige veelhoek met zes gelijke hoeken en zes gelijke zijden. Een zeshoek of hexagoon, Oudgrieks: ἕξ, hex, zes en γωνία, gonia, hoek, in het algemeen is een figuur met zes hoeken en zes zijden. De hoeken van een regelmatige zeshoek zijn 120° = 180° – 360°/6.

Wat is de som van een zeshoek?

Naar aantal hoeken

Naam Griekse naam Som der hoeken
driehoek trigoon 180°
vierhoek tetragoon 360°
vijfhoek pentagoon 540°
zeshoek hexagoon 720°

Wat betekent hexagoon?

[Gr. hexagoonon, van hex = 6, en goonia = hoek] regelmatige zeshoek.

Hoe bereken je de oppervlakte van een 5 hoek?

Als de lengte is gegeven, dan kun je deze eenvoudige formule gebruiken.

  1. Oppervlakte van een regelmatige vijfhoek=pa / 2, waarbij p=de omtrek en a=de apothema.
  2. Weet je de omtrek niet, bereken deze dan met behulp van de lengte van de zijde: p=5s, waarbij s de lengte van de zijde is.