Wat betekent geruststelling?

Wat betekent geruststelling?

geruststelling – Zelfstandignaamwoord 1. de daad van het geruststellen ♢ De arts gaf ons de geruststelling dat we ons niet bang hoefden te maken. 2. de mededeling waarmee je iemand geruststelt, de verzekering ♢ Het mooie cijfer dat ik had gehaald voor het wiskunde p…

Wat is een ander woord voor ongedeerd?

gaaf, heel, onaangebroken, onaangeroerd, onbeschadigd, ongedeerd, ongekrenkt, ongerept, ongeschonden, onverlet. ongeschonden (bn) : compleet, gaaf, heel, heelhuids, intact, ongedeerd, ongekrenkt, ongekreukt, ongekwetst, ongerept, onverzwakt.

Wat is een synoniem voor ontspannen?

als trefwoord met bijbehorende synoniemen: ontspannen (ww): luwen, recupereren, relaxen, rusten, verkwikken, verpozen, verstrooien, vertreden, verzetten.

Wat fijn synoniem?

aangenaam, aardig, amusant, behaaglijk, comfortabel, fijn, gemakkelijk, genoeglijk, gezellig, heerlijk, jofel, knus, lekker, leuk, lollig, opgewekt, plezant, plezierig, sympathiek, vermakelijk, vriendelijk.

Is gerust een werkwoord?

gerust – Werkwoord 1. voltooid deelwoord van rusten gerust – Bijvoeglijk naamwoord 1. zonder angst of zorg ♢ Na dat gesprek was hij in een heel wat gerustere stemming dan voorheen.

Wat is de betekenis van vagebond?

landloper. rondzwervend man zonder vaste woonplaats en zonder vaste middelen van bestaan, vaak een beetje een zonderling en een avonturier; landloper. Wordt soms ook als scheldwoord voor onbetrouwbare of onbemiddelde mannen in het algemeen gebruikt.

Wat betekent ongedeerd zijn?

ongedeerd – bijvoeglijk naamwoord uitspraak: on-ge-deerd 1. zonder verwondingen ♢ gelukkig bleef hij bij het ongeluk ongedeerd Bijvoeglijk naamwoord: on-ge-deerd de/het ongedeerde …

Wat betekent gedeerd?

schade doen, gewond raken, pijn krijgen Voorbeelden: `Niets scheen hem te kunnen deren. `, `Niemand werd gedeerd.

Wat is een ander woord voor gelukkig?

blij, blijmoedig, gelukzalig, genietend, genotvol, happy, jolig, monter, opgetogen, tevreden, verheugd, voldaan, vreugdevol, vrolijk, zalig. gelukkig (bn): fortuinlijk, gezegend, voorspoedig, welzalig, zegenrijk.