Hoe geef je een goede argumenten?
Goede argumenten voldoen aan twee eisen:
- Een goed argument is juist. Dat wil zeggen: het is waar wat je zegt.
- Een goed argument is daarnaast geldig: het gaat over het onderwerp van het meningsverschil en niet over iets anders.
Wat heb je nodig om een goede mening te geven?
Let dan op de volgende basisregels:
- Spreek in de ik-vorm.
- Benoem concreet de situatie of het werk waar je op reageert: val nooit de hele persoon aan als je kritiek hebt.
- Wees zo specifiek mogelijk en geef voorbeelden.
- Zeg direct en ronduit wat je bedoelt.
- Ga na of de ander snapt wat je bedoelt.
Welke argumenten zou je kunnen aanvoeren?
Argumenten die je daarvoor zou kunnen aanvoeren zijn bijvoorbeeld: ‘de stoelen zijn er erg prettig’ en ‘op elke stoel heb je goed zicht op het filmdoek’. Soms herken je argumenten aan signaalwoorden. Woorden als want, omdat, en immers geven aan dat er een argument volgt.
Wat is een feitelijk argument?
Argumenten zijn feitelijk (objectief) of niet- feitelijk (subjectief). – Een feitelijk argument is waar of onwaar en hoeft niet onderbouwd te worden. Voorbeeld. Ik ga morgen naar de film kijken in Luxor, want die bioscoop is bij mij om de hoek.
Is een argument zwak of onwaar?
Een argument dat laat zien dat een argument zwak of onwaar is noemen we een weerlegging. Voorbeeld: Het is fijn dat de aarde opwarmt, want dan kunnen we in ons eigen land lekker veel zonnen (argument voor). Maar de kans dat je huidkanker krijgt,, wordt daardoor wel een stuk groter (argument tegen).
Hoe herken je argumenten aan Signaalwoorden?
Soms herken je argumenten aan signaalwoorden. Woorden als want, omdat, en immers geven aan dat er een argument volgt. Een argument dat laat zien dat een argument zwak of onwaar is noemen we een weerlegging. Voorbeeld: Het is fijn dat de aarde opwarmt, want dan kunnen we in ons eigen land lekker veel zonnen (argument voor).