Wat zijn onderschikkende voegwoorden?

Wat zijn onderschikkende voegwoorden?

Onderschikkende voegwoorden zijn bijvoorbeeld: dat, voordat, nadat, tot, terwijl, als, toen, omdat, doordat en zodat. Publicatiedatum: 06-05-2011. Laatste wijziging: 15-08-2011. Zoeken in taaladviezen. Alfabetisch.

Wat is de notaris voor de scheiding?

De meeste notarissen zullen zich traditioneel meer toeleggen op de materiƫle afhandeling van de scheiding. De notaris is de enige die een eigendomsoverdracht van bijvoorbeeld de gezinswoning kan officialiseren. Via een online vragenlijst doorlopen de toekomstige ex-partners samen alle afspraken die voor hen van toepassing zijn en vullen

Wat is een echtscheiding?

Een echtscheiding is het beƫindigen van een huwelijk of een geregistreerd partnerschap bij de rechtbank. De woorden scheiding en echtscheiding worden vaak door elkaar gebruikt. Er is wel een verschil. Een scheiding is het uit elkaar gaan na een relatie.

Wat zijn voorbeelden van voegwoordelijke bijwoorden?

Voorbeelden van voegwoordelijke bijwoorden zijn bovendien, echter, trouwens, nochtans, desondanks, ook en dus. Het verschil tussen een voegwoordelijk bijwoord en een (nevenschikkend) voegwoord is dat een voegwoordelijk bijwoord een zinsdeel vormt (een bijwoordelijke bepaling) en op verschillende plaatsen in de zin kan staan.

Wat zijn voegwoorden nevenschikken en onderschikken?

Voegwoorden kunnen nevenschikkend en onderschikkend zijn. Nevenschikkende voegwoorden leggen een verband tussen twee hoofdzinnen, zinsdelen, woorden of woordgroepen, onderschikkende voegwoorden leggen een verband tussen een hoofdzin en een bijzin. Het is koud en het regent. Het is koud want het regent. Het is koud omdat het regent.

Welke voegwoorden geven een tegenstelling aan?

Tegenstellende voegwoorden geven een tegenstelling tussen zinnen aan: ‘Hij wil niet, maar zij wel’, ‘De voorstelling was lang doch interessant.’ Voegwoorden van toegeving zijn bijvoorbeeld hoewel en ofschoon. De informatie in de ene zin nuanceert de informatie in de andere zin: ‘Ik vond het een vervelende man, hoewel hij wel goed kon uitleggen.’